Van verre reik ik de hand

 

Het oorlogsjaar 1918


Inleiding

Het laatste oorlogsjaar is nogmaals een jaar van scheiding.  De kinderen blijven intensief communiceren met hun vader.  Naarmate het jaar vordert spreekt de hoop uit de brieven dat de oorlog niet zal blijven duren en dat een terugkeer in het verschiet ligt.  Camille komt naar huis in december. De kinderen Castryck zullen nog tot in 1919 in Parijs blijven.


Januari

1918


Er zijn nu 4 meisjes Castryck in Parijs, en hun tante Florence schrijft

Florence was de meter van Martha Castryck.  Ze was gehuwd met Jules Castryck, broer van Camille.  Joseph Castryck (geboren 1898) is Florence’s enige zoon, nu soldaat.

Bron :MWC

Florence Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida, Proven, 10 jan 1918, 1 / 1

Februari

1918


Joseph Castryck, zoon van Florence en Jules, schrijft vanop het front

Bron : ALR

Joseph Castryck aan Camille Castryck, Auvours, 3 feb 1918, 1 / 4

(a)     Jozef Castryck, enige zoon van Florence Van Straesele en Jules Castryck vertrekt naar het front op 4 februari.

(b)    Structie = instructie; opleiding als soldaat.

Joseph Castryck aan Camille Castryck, Auvours, 3 feb 1918, 2 / 4

“ … Beminde Onkel, zult gij n(u geen)…”

Joseph Castryck zou bij de 4e Leger Divisie komen.

Joseph Castryck aan Camille Castryck, Auvours, 3 feb 1918, 3 / 4

Joseph Castryck aan Camille Castryck, Auvours, 3 feb 1918, 4 / 4

Joseph schrijft nogmaals aan zijn nonkel Camille

Joseph Castryck vertrekt uit Auvours op 4 feb 1918 (zie brief 3 feb 1918).

(a)     Hij is te Beveren en bezocht reeds driemaal de familie Beddeleem.  Aime Beddeleem was gehuwd met Sidonie Leconte, een nicht van Camille Castryck, dochter van Marie Therese Castryck.  Ze waren boeren in Beveren.

(b)    Maria Castryck is een zus van Joseph

(c)     “daar den dag nu ook eens in het korte zal aanbreken… “ de dag om naar het front zelf te gaan

Bron : ALR

Joseph Castryck aan Camille Castryck, ‘front’ (beveren), 21 feb 1918, 1 / 2

Joseph Castryck aan Camille Castryck, ‘front’ (beveren), 21 feb 1918, 2 / 2

Maart

1918


André stelt zijn vader gerust

Bron : RCS

André Castryck aan Camille Castryck, Nanterre, 21 maart 1918, 1 / 4

(a)     “Het is jammer nietwaar dat er nog een zal ontbreken” : Romanie Castryck

(b)    Bombardementen op Parijs en omgeving.  Veilig : de kinderen gingen naar de kelder, en er zijn 6 verdiepingen boven hen (4 is voldoende zei men tegen bommen).  Tussen 23 maart en 8 aug 1918 werd Parijs beschoten door lange afstands-kanonnen.

André Castryck aan Camille Castryck, Nanterre, 21 maart 1918, 2 / 4

(c) Bomalarmoefening : kalm uit bed – kousen aan – klompen gereed onder bed – in slaapkleed met deken op rug naar kelder.

(d) Joseph is de neef van André, zoon van onkel Jules.  Hij is soldaat.

André Castryck aan Camille Castryck, Nanterre, 21 maart 1918, 3 / 4

In Nanterre verblijven ook de neven van André, zonen van de broer van Romanie

Op dezelfde brief wensen de kozijnen van André Castryck hun oom een zalig Pasen.  Het zijn de zonen van Honoré Vandewalle, de enige eigen broer van Romanie Vandewalle.

Neven van André Castryck aan Camille Castryck, Nanterre, 21 maart 1918, 4 / 4

Paaswensen van Maria

Maria Castryck aan André Castryck, Stavele, 29 maart 1918, 1 / 2

Stavele, 29 maart 1918

Zeer lieve broeder,

ik laat u weten dat papa hier eergisteren goed toegekomen is.  Wij waren allen zeer kontent van hem te zien.  Reneetje kende hem nog wel.  Wij zijn allen goed en gezond.  Ik denk dat gij het ook nog altijd goed stelt. Wij wensen u een zalig en gelukkigen paschen.  Mochte het den heer believen dat wij toekomen de jaar mondelings onze paschen begroetingen konden toesturen, wat zouden wij dan gelukkig zijn nietwaar.  Gelief ook, beste broeder, een zaligen paschen te wenschen aan de eerw. Zusters.  Aanvaardt, lieve broeder, de zegen van papa en metje en de groeten van uw liefhebbende zuster Maria.

In bovenhoek : “Van Renétje”

Maria Castryck aan André Castryck, Stavele, 29 maart 1918, 2 / 2

Jerome Florisoone schrijft aan Camille vanuit het hospitaal in Cherbourg

Opmerkingen :

(a)     Desiré Bekaert woont op de Molenhoek te Reninge.

(b)    Camille Castryck is in Vernon, maar nu op verlof in Stavele (zie brief 29 maart 1918)

Bron :ALR

Jerome Florisoone aan Camille Castryck, Cherbourg, 31 maart 1918, 1 / 4

Jerome Florisoone aan Camille Castryck, Cherbourg, 31 maart 1918, 2 / 4

Jerome Florisoone aan Camille Castryck, Cherbourg, 31 maart 1918, 3 / 4

Jerome Florisoone aan Camille Castryck, Cherbourg, 31 maart 1918, 4 / 4

April

1918


Martha stuurt haar bulletin naar haar vader in Port-Villez

Bron :MWC

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 19 april 1918,  envelope recto/verso

Ida is ook in Parijs.

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 19 april 1918, 1,2 / 2

                                                                                                             Bron :MWC


Mei

1918


Camille houdt een inventaris van geschreven en ontvangen brieven bij

Bron : LVB

Inventaris brieven Camille Castryck, Port Villez (?), 2 mei-29 jun 1918, 1 / 1

Martha schrijft een heel lieve brief aan haar vader

Bron :MWC

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 6 mei 1918, 1 / 5

Opmerkingen :

(a)     André Castryck doet zijn plechtige kommunie op 9 mei 1918

(b)    Foto van de 2 laagste klassen ?

(c)     Tyler is kapitein in het US leger (zie titel brief 24 aug 1917)

(d)    Camiel en René zijn zonen van August Vandewalle

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 6 mei 1918, 2  / 5

Opmerkingen :

(e)     Léon en Martha volgen op René.  Ze zijn bij Parijs maar moeten naar huis om te helpen (oproeping René).

(f)      Albert is een nog jongere broer.  De jongens Vandewalle waren in Versailles.

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 6 mei 1918, 3  / 5

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 6 mei 1918, 4 / 5

Martha Castryck aan vader Camille Castryck, envelope van de brief, Parijs, 6 mei 1918, 5 / 5

Hommage à Monsieur Tyler

(I)

Chantons dans nos chers refrains

Un héro Américain

Qui aime d’un amour pratique

La Belgique

It est notre excellent Père

D’puis que nous sommes à la Santé

Il nous aime plus qu’une mère

Pourrait nous aimer (bis)

(II)

Nous pouvons le célébrer

Toutes le féliciter

C’est pour nous quasi parfaite

Une fête

De l’armée Américaine

C’est le meilleur Capitaine

Comme tel nous le vénérons

Et nous le chantons (bis)

(III)

Le bon Capitaine Tyler

Assista durant la guerre

Avec amour Angélique

Magnifique !

De la Flandre les enfants

Au soixante sept, rue de la Santé

Par des soins doux et touchants

Noble Charité !

Opmerking :

Dit lied staat in het liederenboek van Maria Castryck.  Dit lied moet in oorsprong meegebracht zijn uit Parijs door Martha, Irma, Bertha of Ida uit Parijs; zij kenden immers mr. Tyler.

Bron : ALR

Hommage à mr Tyler, Parijs, 6 mei 1918, bijlage

Camille over de schoonen maand mei

Opmerkingen :

(a)     zie inventaris brieven 2 mei 1918 – dit is “de brief van 7 mei – kinders van Parijs”

(b)    zie brief van 6 mei 1918

Bron :MWC

Camille Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Port Villez, 7 mei 1918, 1 / 2

Camille Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Port Villez, 7 mei 1918, 2 / 2

Jerome Florisoone schrijft nogmaals naar Camille

Opmerking :

(a)     Camille Castryck ontving deze brief reeds op 19 mei 1918 (zie zijn lijst van 2 mei 1918)

Bron :MWC

Jerome Florisoone aan Camiel Castryck, Cherbourg, 18 mei 1918, 1 / 4

(b)  Oscar de Moor, gestorven Nieuwpoort, 18 maart 1918 (Duitse voorjaarsoffensieven)

(c)     Vader Florisoone (Henri) en zoon Jeroom komen op 12 nov 1918 terug naar Reninge van West Vleteren (zie lijst terugkerenden nr 42) samen met moeder Martha Breyne (ze krijgen 2 koeien, 1 schaap en hennen op 1 ha 50 are).  (zie ook brief 31 maart 1918)

(d)    Bekaert  is nergens op lijsten vermeld, bleef waarschijnlijk in Frankrijk

(e)     André Castryck

Jerome Florisoone aan Camiel Castryck, Cherbourg, 18 mei 1918, 2 / 4

(f)      Julien Leuridan : verre familie van Florent Leuridan

(g)    André Castryck deed 1e kommunie en kreeg vormsel (zie brief 6 mei 1918 en 7 mei 1918)

(h)     Jeroom Florisoone moet naar Rouen, Bonsecours, naar orthopedie om een ‘hielstuk’ aan te passen met bijpassend schoeisel.

(i)       De Florisoone’s woonden in de Trompe (Hoflandstraat). Camille Castryck moet er dikwijls op bezoek geweest zijn voor de oorlog (André zat zo dikwijls op de knie van Jerome).  De Trompe schijnt ook een smidse en herberg geweest te zijn.

Jerome Florisoone leerde de stiel van smid bij Camille Castryck.

Jerome Florisoone aan Camiel Castryck, Cherbourg, 18 mei 1918, 3 / 4

Jerome Florisoone aan Camiel Castryck, Cherbourg, 18 mei 1918, 4 / 4

Hoeve Wyckaert

Bron : KLM

(a), (b) Vernield woonhuis en schuur, stellingen eveneens vernield

(c) Tegen Molenstraat 4 kanonposities, groot deel van de hofweide is beplant; 8 loodsen achter de haag van de 2e hofwei

(d) Décauville treintje, de Nieuwstraat is versterkt.

(e) Melishoeve vernield, naast bosstrook : loodsen; in bos kanonnen

(f) Kanonnen op einde van de wei

(g) Loopgraven

(h) hoeve Butaye

(i) bunker in hoeve Olivier

(j) Sackenpre Verbeke

Hoeve Wyckaert, Marlierput, 27 mei 1918

(h)     Huis Gombeer

Hoeve Wyckaert, Marlierput, 27 mei 1918

Juli

1918


Irma leidt een mooie ode aan haar vader in met een prachtige tekening

Bron :

18 juli : feestdag van Camilus de Lellys

Irma Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 1 / 4

“gij zoudt hooren” : De brief werd nagelezen door zr Paula en verbeterd.  Zie brief van Zr. Paula uit Koksijde in 1921.

Irma Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 2,3 / 4

Irma Castryck aan vader Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 4  / 4

Ook André vergeet zijn vaders feestdag niet

Opmerkingen :

(a)     Aquainville ligt op 10 km ten zuiden van Lisieux.  André Castryck is dus weg uit Nanterre.

(b)    Feestdag H.Camillus op 18 juli

Bron :RCS

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Aquainville, 12 juli 1918, 1 / 6

© bemerk het diepe geloof

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Aquainville, 12 juli 1918, 2 / 6

(d) André Castryck woont in wat voorheen een melkerij was, 10 km ten zuiden van Lisieux.

(e) André verlangt fel naar huis om te helpen op de hoeve en in de smidse.

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Aquainville, 12 juli 1918, 3 / 6

(f) Fervaques : enkele km ten zuiden van Auquenville

(g) Livarot : chef lieu de Canton (Calvados) , arr. Lisieux

(h) « Aalmoezenier Eerwaarde Heer Dejaeger » (midden van brief)

       Was er een Belgisch garnizoen in Livarot ?

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Aquainville, 12 juli 1918, 4  / 6

(I) Blaireau = das

(J) De kolonie heeft haar eigen kippen.

(k) goede boter….goede lucht….André, 11 jaar oud , weet dat hier alles de helft goedkoper is.

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Aquainville, 12 juli 1918, 5 / 6

(l)   Maria en Martha : zijn zussen

(m) Jerome Florisoone was als gekwetst soldaat in Frankrijk, eerst in Cherbourg, nu in Bonsecours.

André  Castryck aan vader Camille Castryck, Auquainville, 12 juli 1918, 6 / 6

Ondertussen verblijft André in Auquainville

André Castryck, Auquainville, 12 juli, 1918

Verblijfsvergunning van Melanie Buissaert

Permis de séjour Melanie Buissaert, Beveren, 30 juni 1918, recto/verso

Juli

1918


Martha schrijft in het Frans aan haar vader

Bron : MWC

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 1 / 5

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 2 / 5

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 12 juli 1918, 3,4 / 5

I.M.I.O. :

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 14 juli 1918, 5 / 5

Camille bedankt zijn kinderen voor de mooie wensen voor zijn feestdag

Zeer lieve kinders, Ik kan niet nalaten u aanstonds te laten weten met welke grote vreugde en voldaan zijnde ik uwe zeer schoone en goede feestdag wenschen gij mij toegestuurd hebben.  Ja, wat waren wij gelukkig als ge ze vroeger mondeling kon doen.  Maar laat ons veel hoop hebben dat God uwe wenschen zal verwezendlijken door uw voortdurend gebed en uwe leerzaamheid en gehoorzaamheid en eerbiedigheid jegens uwe oversten.  Aangezien ik U niets (kan) anders tot geschenk kan geven zend ik U voor elk een kaartje dat gij moet aanvaarden als komende van   zult gij u moeten tevreden stellen met elk een printje die ik uw zend (te) op voorhand tot dat ik u koom bezoeken.  Intusschen lieve kinders, doet maar voort in alles uw best dat uwe oversten over u zeer tevreden zouden zijn want dat zijn de vurigste wensche van uwen geliefde vader en ook van uwe goede overleden moeder voor wie gij (te) nooit mag vergeten (voor) te bidden.

Naamdag van Camille is 18 juli.

Dit klad van de brief aan zijn kinderen is geschreven op een onverstuurde omslag gericht aan mr. Charlet. In de lijst zien we dat Camille effectief een brief stuurde aan Charlet op 20 juni.  De datum 20 is doorgestreept, eerst stond er 1… Hij verzond de brief dus na enig uitstel.  Juist daarvoor zond hij een brief aan zijn dochters op 14 juli 1918.  Op 12 juli 1918 ontvangt Camille een brief van zoon André uit Auquenville.  Ook op 12 juli onvangt hij er een uit Parijs van dochter Irma.  We nemen aan dat dit klad zijn antwoord is op deze brief.

Camille Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Port Villez, 14 juli, 1918, 1 / 2

Bron : ALR

Want zij hadde u zo lief, (en ’t is zij die uw alle zo) en ’t is aan haar dat gij alles verschuldigt zijt.  Ik eindig uw mijn beste vaderlijke zegen te geven en wil ook mijn eerbiedwaardige groeten aanbieden aan de Eerwaarde Heer Aalmoezenier, Eerwaarde moeder en medezusters.

Uw (b)(g)eliefde vader Camille Castryck

Ik heb ook een brief ontvangen van André die mij ook een feestdag wensch.  Hij stelt het zeer wel. 

Opmerking : Camille Castryck schreef zijn klad brief op een envelope aan de heer Charlet; Rue Duhamel n° 12; Lisieux, Calvados, France.  S.M.B. Service militaire Belge.    Charlet was voor de oorlog een buur van Camille Castryck op de Molenhoek.

Camille Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Port Villez, 14 juli, 1918, 2 / 2

Rachel Saesen, een vriendin van Martha, schrijft naar Parijs

Opmerkingen :

(a)     Vandeschelde (langs tram van Oostvleteren?) …

(b)    Maria : dit is zeker Maria Castryck die op weg is naar de Molenhoek

(c)     De meid is waarschijnlijk Adrienne Vandewalle huishoudhulp bij tante Sietje en Jules Baes.Zij was daar reeds van voor de oorlog. Adrienne is geboren in juli 1896.Ze was de oudste dochter van Pieter Vandewalle en Sylvie Masson. Maria Castryck en Adrienne waren nichten en ook vriendinnen

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha en Ida Castryck, Oostvleteren, 14 juli 1918, 1 / 3

Bron : MWC


Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha en Ida Castryck, Oostvleteren, 14 juli 1918, 2 / 3

(c) Zoë …?  Saesen

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha en Ida Castryck, Oostvleteren, 14 juli 1918, 3 / 3

Augustus

1918


Maria aan haar vader Camille

\

Opmerkingen :

(a)     “certificat “ is opgestuurd

(b)    Bertha Vandewalle is oudste dochter van August Vandewalle en M.L.Windels, ° 1895 – 23 jaar;  Adrienne Vandewalle is de oudste dochter van Petrus Vandewalle en Sylvie Masson, ° 18 juli 1896 – 22 jaar

(c)     “Poltje brak bil” : 4e kind van Jules Baes, bijna 5 jaar oud

Bron : ALR

Maria Castryck aan vader Camille Castryck, Stavele, 1 aug 1918, 1 / 2

(d)    André Castryck nu te Auquainville

(e)     « Tassen » : tasten (omdat het donker wordt)

(f)      tot zondag : klaarblijkelijk wordt vader Camille in Stavele verwacht.  Maria zal ondertussen toch nog een klein briefje schrijven (zie d).  Er is soms een luchtbombardement ’s nachts.

(g)    Op einde juli 1918 stortte er in Stavele een Duits vliegtuig neer.

Maria Castryck aan vader Camille Castryck, Stavele, 1 aug 1918, 2 / 2

Tante Florence blijft regelmatig schrijven

Opmerkingen :

(a)     Camille Castryck is dus effectief in verlof gekomen naar Stavele (zie brief 1 aug 1918)

(b)    Proven is meermaals gebombardeerd (2 meisjes en 1 jongen zijn dood – samen met enkele soldaten).

      (c) Dus is Camille Castryck naar Proven geweest op zondag 18 aug. 1918 

Bron : MWC

Florence Castryck aan doopkind Martha Castryck, Proven 22 aug 1918, 1 / 3

(d)Troebel : lees frans les troubles : ongeregeldheden

(e)Florence van Straeseele (x Jules Castryck, broer van Camille) is meter van Martha Castryck      zie ook brief van 28 dec 1915)

(f)Joseph is Florence’s zoon en is soldaat aan de IJzer.  Hij komt nooit (naar huis op verlof).

Florence Castryck aan doopkind Martha Castryck, Proven 22 aug 1918, 2 / 3

Opmerking : Martha Castryck kreeg een brief van de arrondissementskommisaris van Ieper, die in Watou resideerde.

Bron : MWC

Brief aan  Martha Castryck, Proven 22,23 aug 1918, 3 / 3

September

1918


Maria schrijft over de laatste nieuwtjes

Bron :

Opmerkingen :

(a)     Camille Castryck is terug in Port-Villez na zijn verlof te Stavele

(b)    Er is Spaanse griep uitgebroken.  Ivonnetje (°28 sept 1917 (bijna 1 jaar)) en Poltje (°29 sept 1913) zijn de jongste kinderen van Jules Baes en Lucie Vandewalle.  Pol brak ook zijn bil (zie brief van 1 augustus 1918).

(c)     Camille Castryck kreeg tandpijn in Stavele!

(d)    Joseph Castryck, zoon van Jules Castryck

(e)     Josephs brief is gisteren donderdag 5 september verzonden, hij is pas thuis na 8 dagen Fort van Knokke (Reninge).  Hij vertrok dus op zaterdag 31 augustus voor 8 dagen naar het Front.  Die dag vetrok Camille ook naar Frankrijk.

(f)      Waarschijnlijk Aime Beddeleem x Sidonie Lecomte, nicht van Camille Castryck, boer in Beveren

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 6 sept 1918, 1 / 2

(g)    Rijsel = Lille : gevallen;  Kemmelberg is terug ingenomen, het eindoffensief zal beginnen.

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 6 sept 1918, 1 / 2

Maria bedankt haar zusjes in Parijs voor de toegestuurde cadeautjes

(a)     Halsband (gehaakt of geklost halssieraad) – Adrienne Vandewalle (°1896 : 24 jaar) is oudste dochter van Petrus, 3e halfbroer van Romanie

(b)    Breinaalden.  René Castryck kreeg een soldaatje

(c)     André is zeker sinds 12 juli 1918 in Auquainville, er is dus sprake van een nieuwe verhuis.

(d)    Martha Vandewalle is naar huis gekomen na de oproeping van René Vandewalle (zie brief  6 mei 1918) (Martha °14 februari 1902, is 16 jaar oud)

Bron :ALR

Maria (en René) Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck in Parijs, Stavele, 8 sept 1918, 1 / 2

(e)     Eindoffensief is ingezet

(f)      Rijsel in Engelse handen

Maria (en René) Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck in Parijs, Stavele, 8 sept 1918, 2 / 2

Ook neef René is opgeroepen in het leger

Auvours, 19- 9-1918

Goede Nonkel,

Vergeef het mij zoo lang gewacht te hebben voor te schrijven, daar ik bij de boeren gewrocht heeft, heb ik niet te veel geen tijd gehad om veel te schrijven.

Ik heb daar vier weken geweest in het departement Il(e) et Vilaine, daar waar het een heele goede streek, daar was ik eerste klasse goed, mijn werk was daar de aardappels uitdoen, ‘k hadde daar den duur van den oorlog willen uitdoen.

Nu ben ik terug in het kamp, voorzekers zal het maar voor korte duur maar zijn, want al degeenen die meer dan negentien jaar zijn moeten naar het front.  Maandag toekomende moeten der er nog wel veel weg.  ‘k Geloof dat ik en Jules Vandewalle zullen mede zijn.

Maar het zal niet lang meer geduren begint geheel ne haardige sport te komen.  Ik hadde geerne bij Camiel geweest, maar het is onmogelijk, ik ben piot gelijk den meesteren heel.

Ik eindige met de hoop dat dit briefje u in goede gezondheid vinden zooals ik.

Hand en groet van u neef René

Opmerkingen : René Vandewalle is het vierde kind van August Vandewalle.  Hij is begin mei 1918 opgeroepen voor legerdienst (zie brief 6 mei 1918).

(a)     Jules Vandewalle is het 3e kind van Petrus Vandewalle x Silvie Masson (°9 feb 1899).

(b)    Camiel Vandewalle (°10 maart 1894) is het 2e kind van August Vandewalle en dus de oudere broer van René.  Camiel was gekwetst en lag in een Militair Hospitaal in de streek.

Bron : ALR

René Vandewalle aan zijn oom Camille Castryck, Auvours, 19 sept 1918, 1,2 / 2

Nog een brief van het vriendinnetje Rachel

Opmerkingen :

(a)     Parijs verlaten : er moet dus sprake geweest zijn van terugkeren. 

(b)    Oostvleteren is gebombardeerd op 29 sept 1918.

“Ons hof”…. : Hier wordt de hoeve bedoeld waar Depuydt gewoond had , die  naar Frankrijk is gaan boeren. Zoe Saesen is daar gebleven en Dejonckheere , de naaste gebuur is daar ingetrouwd.

Bron :MWC

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck te Parijs, Oostvleteren, 30 sept 1918, 1 / 2

(c)     Er zijn nog Belgische soldaten in de barakken gelegerd op de hoeve.  Ze gaan naar het front na een glas “korten” drank gekregen te hebben.

(d)    Georges Pinson is overleden.  Wie is dit?

(e)     De meisjes gingen op bedevaart (Mont Martre?)

(f)      Roeselare en Staden : Duitsers brandden de huizen af

(g)    Men mag terug naar Noordschote.

(h)     Martha Vandewalle moest in de lente naar huis (zie brief 6 mei 1918).

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck te Parijs, Oostvleteren, 30 sept 1918, 2 / 2

Oktober

1918


En Rachel blijft schrijven

Opmerkingen :

(a)     Klaarblijkelijk is Rachel Saesen (en haar zusters?) niet op het hof gebleven (zie brief 30 sept 1918).  Op 10 oktober bezocht ze Reninge dorp met Ida Debruyne en Margriet Persoone.  Zeer levendige beschrijving van het Dorp, de Molenhoek, de Molenstraat.

Bron :MWC

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck te Parijs, Oostvleteren, 11 okt  1918, 1 / 2

(b)    Bossaerts zouden ook weerkeren naar de Molenhoek

(c)     “gas” = gras;  “baladeuse” = soort kanon?

(d)    Duitsers hebben wapenstilstand gevraagd : de vlaggen werden uitgehangen, de soldaten vierden tot 8 uur ’s avonds.

(e)     De familie Castryck zou ook naar de Molenhoek terug gaan, schreef Maria Castryck.  Nochtans is Camille Castryck nog in Port-Villez.

(f)      Florent en René Vandewalle zijn beiden gekwetst (zonen van August Vandewalle en Marie Louise Windels).

(g)    Rachel Saesen was een goede vriendin van Martha Castryck.

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck te Parijs, Oostvleteren, 11 okt  1918, 2 / 2

En nog een briefje van Rachel

Opmerkingen :

(a)     Martha Ouvrein was ook in Rue de la Santé, Parijs.  Ze kwam vroeger naar huis (zie ook namenboekje van Martha Castryck nr C60)

(b)    Tussen deel 1 en 2 zijn waarschijnlijk een of meer bladzijden van de brief verloren gegaan.

(c)     “Naar Reninge”:  de kinderen Saesen zijn dus zeker nog niet verhuisd.

Bron :MWC

Rachel Saesen aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck te Parijs, Oostvleteren, 16 okt  1918, 1 / 2

Maria zorgt ervoor dat haar vader op de hoogte blijft van het reilen en zeilen in en om Stavele

Opmerkingen :

(a)     Camille Castryck is dus niet in Stavele.

(b)    André Castryck heeft ‘nog niets ontvangen’.  Deze zin wijst erop dat André nog niet lang geleden verhuisde.  Op 21 maart 1918 is hij nog altijd in Nanterre, op 12 juli is hij in Auquainville (brief), op 2 november is hij in Lamballe (brief).  Waarschijnlijk is hij dus iets voor 18 oktober in Lamballe aangekomen en heeft hij nog niet de gelegenheid gehad om te schrijven.  In tegenspraak met met handteken.

(c)     Charles Louis Vanneste was de derde man van Clemence Derycke (zuster van Emerence Derycke, moeder van Camille Castryck).  Clemence Derycke was weduwe van August Van Straesselle en van Petrus Gruwez.  Clemence en Charles Louis hadden geen kinderen.  In 1914 en na 1918 rentenierden ze in de Zwarte straat, 38 in Reninge.  Irma Castryck verzorgde hen in hun oude dag.

(d)    Pol Dekien is de vader van Emiel Dekien en grootvader van Maurits Dekien.  Pol Dekien was getrouwd met Marie Derycke, nicht van Emerence en Clemence.  Hij was boer op een hof voorbij Marchiennes-goed in de St Corynstraat.  Charles Louis Vanneste en zijn vrouw gingen daar dus wonen rond oktober 1918 totdat hun huis in de Zwartestraat hersteld was.

(e)     Jerome Pil was de kozijn van Romanie Vandewalle.

(f)      Jerome Pil zal met de verhuis van C. Vanneste ook zaken van de familie Camille Castryck in het passeren in Stavele ophalen en naar hierbrengen.  Het is dus duidelijk dat Camille Castryck verwacht dat hij heel binnenkort naar huis kan komen.  Hij komt uit Stavele in Reninge aan op 2 december 1918 (zie lijst terugkerenden gemeente Reninge).

(g)    Wijdoodts : niet gekend

(h)     Florent Vandewalle (gekwetst) is oudste zoon van August Vandewalle en was soldaat (Le Havre).

(i)       Honoré Vandewalle was de broer van Romanie Vandewalle

Bron : ALR

Maria (André) Castryck aan vader Camille Castryck, Stavele, 18 okt 1918, 1 / 2

(j)       Camille Vandewalle is de tweede broer van Florent Vandewalle en is in België.

(k)     Maurits Vandewalle is de oudste zoon van Petrus : nu in Passendaele.

(l)       Jules Vandewalle is de broer van Maurits, nu in de Reserve Compagnie.

(m)   Joseph Castryck, oudste zoon van Jules Castryck, broer van Camille Castryck.

(n)     “comiteit” vraagt grootte van de zaailanden : 12 gemeten 4 lijnen in pacht.  Het “comiteit” was een Reningse organisatie die zich bezig hield met heropbouw en herstel oorlogsschade.

(o)    “burgers” : wat wil Maria hier meedelen?

(p)    Jules  : Camille Castryck moet mee komen zaaien! Er is hoop!  Het front stort ineen – Brugge valt op 17 okt 1918.

(q)    Maria verschrijft zich : André i.p.v. René

Maria  (André) Castryck aan vader Camille Castryck, Stavele, 18 okt 1918, 2 / 2

Zuster Sylvie, zus van Camille aan de meisjes in Parijs

Opmerkingen :

(a)     Mère Gertrude is overste in La Santé.

(b)    Brugge werd bevrijd op 17 oktober 1918.

(c)     Desiré Beeckaart is soldaat en brengt tante Sylvie Castryck het nieuws van de dood van haar schoonzuster Romanie Vandewalle op aandringen van Charles Louis Vanneste en Clemence Derycke, oom en tante van Camille Castryck (zie brief 4 nov 1918 van Sylvie Castryck)

(d)    Sylvie Castryck – zuster Maria Elisabeth - is zus van Camille Castryck en zuster Maria Elisabeth.

Bron : MWC

 Sylvie Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Brugge na 25 okt 1918, 1 / 5

(e)     Sylvie weet niet waar haar broer Camille Castryck is.  André Castryck is waarschijnlijk in Lamballe.

(f)      Dat Maria bij tante Lucie woont weten de meisjes wel, maar voor tante Sylvie is ook dat ongewoon.

Sylvie Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Brugge na 25 okt 1918, 2 / 5

(g) Mère Gabrielle is moederoverste te Brugge.

Sylvie Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Brugge na 25 okt 1918, 3 / 5

Sylvie  Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Brugge na 25 okt 1918, 4 / 5

Het einde van de brief is geschreven op de onder- en bovenkanten van de vorige bladzijden.

Sylvie Castryck (°21 maart 1870) is de zus van Camille Castryck.

Sylvie  Castryck aan Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck, Brugge na 25 okt 1918, 5 / 5

November

1918


Maria schrijft dat sommige mensen, ondanks het verbod, trachten naar Reninge te gaan

Opmerkingen :

(a)     Camille Castryck is dus terug in Vernon, na verlof tweede helft Augustus 1918.  Hij denkt dat hij weldra voorgoed naar huis komt.

(b)    Mensen mogen nog niet naar Reninge; sommigen gaan toch.

(c)     Oom Karel Vanneste ging met Allerheiligen samen met (De) Wilde (metser) en Lacante (timmerman) naar zijn huis kijken.

(d)    Honoré Vandewalle vertelde Maria Castryck dat Peter (Jules) Castryck en zijn dochter Maria mee waren, ook Alice Buissaert ging mee naar de Molenhoek.

(e)     André Castryck verhuist naar Lamballe (Ouvrein heeft het gemeld).  Zijn er Ouvreins en Hoorelbekes in Lamballe, of bleven zij in Auquainville?

Bron : ALR

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 2 nov 1918, 1 / 2

(f) Onkel Achille : Achiel Baes, veldwachter in Woesten, gehuwd met Leonie Vandewalle (halfzuster van Romanie).  Leonie stierf na de oorlog in Brugge.  Achiel huwde nadien nog 2 maal maar bleef kinderloos.  Hij is op 2 nov 1918 van plan om weldra naar Woesten terug te keren.  Honoré Vandewalle verhuist ook als zijn land vrij is.

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 2 nov 1918, 2 / 2

Er spreekt hoop uit de brief van Maria

Opmerkingen :

(a)     3 nov 1918 : Camille is dus nog in Port Villez

(b)    Camille Castryck kreeg brief van André die pas in Lamballe aankwam. In Stavele weten Maria Castryck en metje (en René) dat André in Lamballe is want de Ouvreins meldden dit in hun brief van 2 nov 1918.

(c)     Griepepidemie : Gerard en Daniel zonen van Jules Baes

(d)    Maria Castryck wacht op de toelating om te zaaien in Reninge.

(e)     Jules Baes zou graag hebben dat Camille Castryck naar huis komt.

(f)      Camille Castryck heeft nu geen arm, en hij weet ook niets van zijn pensioen.

Bron : ALR

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 3 nov 1918, 1 / 2

(g) Theresia Debacker ?

Maria (René) Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 3 nov 1918, 2 / 2

Martha hoopt in de volgende lente naar huis te kunnen komen

Opmerkingen :

(a)     Martha Castryck schreef dus maandelijks – koutertje = kouten Westvlaams voor babbelen

(b)    Duitsers worden teruggeslagen tot Gent.

(c)     Een ministriële omzendbrief met aankondiging dat terugkeer ordelijk en gezamenlijk moet verlopen.

Bron :MWC

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 3 nov 1918, 1 / 4

(d)    De terugkeer wordt dus uitgesteld tot zeker na de winter want hier (in Frankrijk) is alles voor ons aanwezig (kolen etc.) wat voorzeker niet het geval is in België.

(e)     Martha hoopt in de lente te mogen vertrekken.

(f)      Griep is ook in de Kolonie.

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 3 nov 1918, 2 / 4

(g)    Door de griep zijn de voorbereidselen voor feestdag “Ma Mère” in ‘t water gevallen

(h)     Tante Masoeur = Sylvie Castryck, zus van Camille

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 3 nov 1918, 3 / 4

(i)       Bevrijding van Brugge was 17 oktober 1918.  Alles is in orde in het klooster daar.

(j)       André Castryck is verhuisd en langs Martha Vandelannoote heeft Martha zijn adres.  Dus is er een Vandelannoote bij André Castryck.

(k)     Martha krijgt brieven van Rachel Saesen

Martha Castryck aan Camille Castryck, Parijs, 3 nov 1918, 4  / 4

Sylvie schrjft aan haar broer na de bevrijding van Brugge

Opmerking : dit is de omslag van de eerste brief van zuster Silvie Castryck aan haar broer Camille na de bevrijding van Brugge (17 oktober 1918).  Hij werd ’s avonds gepost te Brugge; waarschijnlijk schreef ze de brief diezelfde dag na een brief ontvangen te hebben met het adres van Martha of Maria Castryck.

Silvie Castryck  aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, 0 / 5

1

 
 


Opmerking : dit is heel waarschijnlijk de eerste brief van Silvie Castryck aan haar broer Camille, kort na de bevrijding van Brugge.  In de brief van Silvie aan Martha op 3 nov 1918 vraagt zij het adres van haar broer.  Deze brief is dus van na deze datum.

Silvie Castryck (?) aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, 1 / 5

Bron : ALR


5e

 

2

 

5d

 
 


Silvie Castryck (?) aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, 2 en 5 / 5

5 g

 

3

 

5 f

 
 


Silvie Castryck (?) aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, 3 en 5 / 5

5 b

 

4

 

5 b

 
 


Silvie Castryck (?) aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, 4 en 5 / 5

Bespreking bij brief Silvie Castryck, 4 nov 1918

(a)     Brugge is bevrijd op 17 oktober 1918.

(b)    Nieuw huis sinds 3 jaar (zie brief 24 mei 1914).  Het oorspronkelijk kloosterhuis te Brugge werd in 1914 afgebroken of zeker grondig verbouwd.  In mei 1914 verwachtten de zusters dat het oude klooster af zou zijn tegen 15 sept 1915.  Er werd dus onder de oorlog verder gebouwd, maar met vertraging (sinds 3 jaar = 1915). 

(c)     Nonkel Charles Vanneste was gehuwd met Clemence Derycke; zuster van Remerentie Derycke, moeder van Camille Castryck.  Hij vroeg aan soldaat Desiré Beeckaert zijn zuster Silvie op de hoogte te brengen van de tragische gebeurtenissen in 1915.  Desiré woonde op de Molenhoek ?

(d)    Silvie verneemt dat 5 kinderen van haar broer in Frankrijk zijn.

(e)     Annunciaden kloosters :  klooster in Veurne is afgebrand,  klooster in Wulveringem is door een bom verwoest; klooster in Lampernisse, Boitshoeke en Nieuwpoort-Bad zijn vernield

(f)      Recques : dit is waarschijnlijk een “huis” te Zarlardinge, gehucht of parochie Reke bij Geraardsbergen.

(g)    “kastijdt” :  is dit nog een verre invloed van het jansenisme?  Zie ook de brief van pastoor Verschelde van 26 aug en eind oktober 1915.

Silvie Castryck (?) aan Camille Castryck, Brugge, 4 nov 1918, bijlage

Een verloren brief

Brief zelf is niet teruggevonden.

Maria Castryck aan Camille Castryck, Stavele, 4 nov 1918, 1 / 1

Kaart rond Parijs

Palaiseau, Champlan, Longjumeau

Rachel schrijft nogmaals aan haar vriendinnetje

Opmerking : dit is zo goed als zeker het handschrift van Rachel Saesen.

Rachel Saesen aan Martha Castryck, Oostvleteren, 14 nov 1918, 1 / 1

Dit stukje brief maakt deel uit van de beschrijving van een bezoek aan het huis Castryck op de Molenhoek en de rest van het front in Reninge.  Een “wit” iets komt uit de tuin van Castryck; een ander “wit” iets komt uit de tuin van Pieters op het dorpsplein.  Twee zaken die ver uiteen liggen en blijkbaar nu bijeen staan; en voor de rest is er niets te vinden.  Een bloem?

Dit stukje brief is op hetzelfde briefpapier geschreven als de brief van Rachel Staesen op 14 juli 1918 of 16 okt 1918;  ook het handschrift lijkt het hare.

Rachel Staesen aan Martha Castryck, Oostvleteren, 14 nov 1918, 1 / 1

December

1918


Alice Leuridan herinnert zich de oude verhalen

Dit is wel in enige tegenspraak met de lijst van teruggekeerden van de gemeente Reninge.  Camille Castryck kwam terug naar Reninge met zoon André en dochter Maria op 2 dec 1918.  Of is hij in december nog over en weer geweest naar Port Villez? 

Volgens de lijst ter teruggekeerden te Reninge komt Camille Castryck samen met Maria en André op 2 dec 1918 op de Molenhoek.  16 dec 1918 moet de definitieve verhuis geweest zijn met de rest van de inboedel.

Mededeling van Alice Leuridan, Stavele naar Reninge, 16 dec 1918

Brief van Camille Castryck uit Port Villerz    december 1918

Geachte Heer Geneesheer,

Ik ondergetekende C C in de Belgische school te Port Villerz neem de eerbiedige vrijheid u schriftelijk enige woorden van dank toe te sturen. Aangezien ik de toelating bekomen heb den tienden dezer terug naar Reninge te keren….


Camille schrijft aan de minister om aan te dringen op een pensioen

Het tweede deel van deze brief schreef Camille onderste boven op blz 3 van de brief aan koningin Elisabeth (5 nov 1917).

Camille Castryck aan Minister van Binnenlandse Zaken, Port Villez, 3 nov-2 dec 1918, 1 / 1

Bespreking van Brief van Camille Castryck aan Minister van Binnenlandse Zaken, 3 nov-2 dec, 1918

(a)     C. Castryck vraagt een voorlopige regeling in het vooruitzicht van een definitieve pensioenregeling.   Hij schrijft deze brief na eindelijk een antwoord gekregen te hebben op zijn brief aan de koningin (5 nov 1917).  Het antwoord van de koningin of van het ministerie is niet teruggevonden.

(b)    Van 28 juli 1915 tot 10 sept 1915 is hij in Brits Belgisch Militair hospitaal in Hoogstade; daarna ambulant.

(c)     Na 10 sept 1915 woont Camille bij Jules Baes en Lucie Vandewalle in Stavele met zijn vrouw Romanie Vandewalle en Maria, Ida en René.  Er zijn 4 kinderen in schoolkolonie.  Op 2 okt wordt Romanie getroffen, ze sterft op 4 oktober.

(d)    Oudste is ruim 16 jaar : Maria Castryck is geboren op 16 aug 1902.  Het knechtje is 5 jaar : René, geboren 30 nov 1913.  Dus deze brief is geschreven rond midden november 1918.

(e)     André Castryck is in Lamballe op 2 nov 1918 (zie brief Maria). Hij komt weldra naar huis (zie brief 9 maart 1919).  De meisjes komen in de zomer van 1919.

(f)      Op 3 sept 1916 is Camille aangekomen in de Belgische Nationale School in Port Villez voor zijn kunstarm en pensioen.  Hij volgt er les o.a. “broeden”.

(g)    Camille heeft reeds een “werkarm” (appareil) gekregen.  De maat van een kunstarm “Barnet” is genomen maar hij heeft hem nog niet.  Op 10 mei 1919 is Camille weer in Bonsecours (Rouen) en heeft hij uiteindelijk zijn arm, die hij nog moet leren gebruiken.

(h)     Camille Castryck moet naar huis (wegens omstandigheden : welke ? zoon André is terug uit Lamballe; huis op de Molenhoek moet voor de winter opgeknapt worden, vele mensen keerden weer terug naar huis,….)  Hij krijgt echter maar verlof zonder solde. 

(i)       Dit betekent dat Camille op 3 nov 1918 nog in Port Villez is wachtend op zijn kunstarm.  Volgens de lijst van “teruggekeerden” naar de gemeente Reninge is hij op 2 dec 1918 uit Stavele vertrokken.  Dus is deze brief aan de minister nog in Port Villez geschreven tussen 3 nov en 2 dec 1918.

Camille Castryck aan Minister van Binnenlandse Zaken, Port Villez, 3 nov-2 dec 1918, bijlage

Camille houdt een gedetailleerd huishoudboekje bij

Huishoudboekje Camille Castryck, Reninge, 16 dec 1918 tot 19 april 1919, 1 / 3

Huishoudboekje Camille Castryck, Reninge, 16 dec 1918 tot 19 april 1919, 2 / 3

koeke = koekebrood

suikerij koffie = chicorie koffie

lukken = nieuwjaarswafeltjes (ook : als dooppeter geld geven)

vette = meststoffen

muil : Camille Castryck kocht van het Engelse leger te Poperinge een muil.  Hij wilde, thuisgekomen, het dier vastbinden in de keuken, de enige plaats met een deur om een dier op te sluiten.  Hij had moeite om het dier binnen te krijgen met zijn ene arm.  Plots trok de muilezel zich los en weg was hij, Poperinge waarts.  Hij ging erachter aan met buren, en ze kregen de muil opnieuw te pakken in de laagte voorbij de Wippe op de weg Woesten-Poperinge, ongeveer 10 km ver.  Camille had veel onkosten : pinten betalen aan de bende “helpers”, een “olter” (halter). 

Komiteit : was officiele dienst voor ravitaillering

Hofhage leiden : de opschietende twijgen van de tuinhaag of de haag rond het erf van de hoeve, gekruist met wissen binden zodat er een gesloten haag uit groeit.

Vaars : jonge koe

Vergelijk de inkomsten met de uitgaven !

Huishoudboekje Camille Castryck, Reninge, 16 dec 1918 tot 19 april 1919, 3 / 3