Van verre reik ik de hand

 

Het oorlogsjaar 1915


Inleiding

Het oorlogsjaar 1915 was het jaar dat de kinderen Castryck vertrokken naar Parijs.  Drie kleine meisjes en een jongetje die hun ouders en de rest van hun familie in de verschrikking van de oorlog moesten achterlaten. De drie meisjes Martha, Irma en Bertha verblijven in Parijs, rue de la Santé.  André vindt onderdak in de jongenskolonie in Champlan. Er ontspint zich een ontroerende briefwisseling tussen ouders, Camille en Romanie, en broer en zussen. De zomer laat zware sporen na : Camille verliest zijn arm door een obusinslag.  In oktober sterft Romanie, getroffen door een obusshrapnel.


 



Februari

1915

 

 


Vrijgeleide voor Camille Castryck uitgeschreven door de  Belgische 1ste Divisie Cavalerie

Opmerking : Door dubbelvouwen van vrijgeleide is het woord “cavalerie” in spiegelschrift naast de stempel gekomen.

Bron : ALR

L. Masset; Manet ? aan Camille Castryck; Reninghe 15 februari 1915; 1 /1

 

Maart

1915


Het verhaal van Firmin Dufloo

De Dufloo’s waren sinds generaties een molenaarsgeslacht. In 1914 was Firmin Dufloo (vader van Maria Dufloo, die in 1936 trouwde met André Castryck) molenaar op de Cayenne-molen (op militaire kaarten Cavenne-molen) aan de Drie Grachten te Merkem. De molen werd op 10 oktober 1914 door de Belgische genietroepen neergehaald en in brand gestoken omdat hij een belangrijk oriëntatiepunt was in de frontlinie. Firmin Dufloo vluchtte met zijn gezin (zijn vrouw Flavie Baes en drie kinderen) naar de hofstede van zijn schoonfamilie Petrus Baes-Verfaillie op de Steenweg Ieper-Veurne bij de Tempelare in Reninge. De familie Baes - waarvan nog meerdere zonen ongehuwd en thuiswonend waren - kon de ganse oorlog op de hoeve in Reninge blijven wonen. Indien ook Firmin Dufloo op de hoeve van zijn schoonouders bleef, moest nog een van de Baes-jongens soldaat worden. Het gezin Firmin Dufloo-Baes vertrok daarom naar Poperinge waar ze in een barak bij de melkerij huisden. Van hieruit deed Firmin vervoer tussen Poperinge en Duinkerke. Hij ging voorraden en wijn halen voor de Engelsen. Firmin Dufloo verongelukte op één van de transporten tussen Bergues en Duinkerken in september 1917. Hij werd in Roosendael begraven. Weduwe Flavie Dufloo-Baes en haar vier kinderen trokken aansluitend in bij de grootouders Baes-Verfaillie te Reninge; zij woonden er in tot ze rond 1930 (wellicht 1931) de tweede boerderij van de familie (Petrus) Baes te Oostvleteren bij de Lion Belge overnamen en terug een zelfstandig leven startten.  

Bron : mondeling René en Frans Castryck


Officieren en soldaten logeren in de hofsteden en huizen

Bron : RLM

Felix Debaeke aan l’Armée Française; Reninge; 15 maart tot 11 april 1915; 1 / 1

Mei

1915


Uit “ De kleine mens in de Grote Oorlog”

Lut Ureel ; pag. 105

Naast de officiële dienst voor evacuatie naar Belgische Kolonies (in Frankrijk), was een ander organisme in de frontstreek begaan met het wegbrengen van kinderen.

Een zekere Miss Fyffe, een Engelse dame, die zich zeer verdienstelijk maakte bij de soldaten tot dicht bij de vuurlijn, bracht  kinderen bijeen uit de gevaarlijke zone, en gaf ze onderdak in de gemeenteschool van Adinkerke; af en toe stuurde zij een groepje naar Engeland of naar Zwitserland, waar plaatselijke comités zich verder het lot van die jongens of meisjes aantrokken. Die actie kon wel als liefdadig bestempeld worden, doch zij heeft geleid tot een vervreemding van de aldus weggevoerde kinderen, vervreemding tegenover hun eigen streek en hun eigen volk, bij gemis aan een nationale opvoeding in de moedertaal.

Mededeling van Alice Leuridan; 17/19 mei 1915

maandag 17 mei 1915

65 kinderen vertrekken, vergezeld, naar de speciale trein die hen naar de schoolkolonie in Frankrijk zal brengen. Trein vertrekt om 16.30 u aan de wijk Petit Paris (Veurne). Er werd halt gehouden aan de steenweg Veurne-De Panne, waar nog kinderen werden opgenomen, aangevoerd met de trams uit de richting van Ieper en Poperinge. Een laatste groep stapte op in Adinkerke. Zo was de karavaan volledig met circa 150 jongens en evenveel meisjes van boven de zes jaar, met schamele reiszakken.

Reisden mee : Zusters Annunciaden uit Veurne en M. Dondeyne, hoofdonderwijzer van Lo en Mevrouw Dondeyne.

Omstreeks 5 uur in de namiddag vertrok de trein uit het station van Adinkerke.

Koningin Elisabeth gaf een stuk chocolade aan elk kind.

19 mei 1915

Bezoek van inspecteur Dochy, kantonnaal inspecteur voor Veurne, Diksmuide. De kolonie is ondergebracht in een kasteel te Garches, buiten Parijs, voor de jongens. En de meisjes met de nonnen verblijven in een meesterwoning : ”hotel du Maître” aan de Rue de la Santé, te Parijs.

Deze tekst is overgenomen uit een boek dat ik eens gelezen heb. Waarschijnlijk is dit de datum waarop ook uw moeder* en Tante Irma, tante Bertha en nonkel André vertrokken zijn.

*Martha Castryck

Mededeling van Alice Leuridan; Reninge en Veurne naar Parijs; 17/19 mei 1915; 1 / 1

Romanie schrijft naar haar kinderen, twee weken nadat ze vertrokken naar Parijs

Het onderste deel van de brief is verloren gegaan.

Opmerkingen:

a.       De meisjes stuurden reeds een kaart naar huis

b.      Romanie wist dus niet wie de kinderen zou opvangen in Frankrijk als ze vraagt of zij bij de Annuciaden van Veurne zijn; wel wist ze dat het nonnen waren want haar dochter schrijft op hetzelfde blad aan de “Weerde Zusters”. Zuster Silvie Castryck (Brugge) is er niet.

c.       Ze hoopt de kinderen zeker over drie maanden te kunnen gaan halen. Camille Castryck denkt eraan naar Parijs te gaan.

d.      Bij de beschieting van maandag 10 mei 1915 brandden de smidse, stallingen (schuur, koestal, varkensstallen, houtkot, hennekot op de “dischgrond”) af (zie Aangifte oorlogsschade 1919,1920).

e.       Op 17 mei 1915 vertrekken de kinderen naar Parijs. Ze hebben dus deze beschieting thuis beleefd. (17 mei ’15 is een maandag) . Reisweg ?

f.        5 doden, allen in de omgeving van de Molenhoek : 28 april 1915 : G.Dekeirel ; 29 april 1915 : M.Deweerdt ; 2 mei 1915 : A. Butstraen ; 3 mei 1915 : J. Van Eecke ; 9 mei 1915 : M.Lauwers.  Dit is de periode van de 2de slag van Ieper.

Bron ALR

Romanie Vandewalle aan Martha, Irma en Bertha Castryck (Parijs) ; Reninghe  31mei 1915; 1 / 4

Het onderste deel van deze brief is verloren

Opmerking.

a.       “meer uitleg” : de meisjes zijn pas in Parijs. Moeder Romanie denkt en hoopt dat de oorlog kort zal zijn. Dit was een algemeen verspreide hoop in het begin van de oorlog.

b.      ‘Angèle Vandewalle mijn doopkind’ was het 6de kind van Honoré Vandewalle en Sidonie Vandelannoote. Zij huwde met Julien Decaestecker na de oorlog. Deze Angèle moet dus op  de foto’s staan.

Bron ALR

Romanie Vandewalle aan haar kinderen Castryck te Parijs; Reninghe 31 mei 1915; 2 / 4

Romanie schrijft aan de zusters die haar kinderen opvangen

…..voor onze kinderen Martha, Irma, Bertha…..

Het onderste deel van de brief is verloren gegaan.

Dit deel van de brief is gericht aan de zusters te Parijs

Opmerkingen :

a.        Romanie weet niet of alle zusters en moeder overste weg zijn uit Veurne.

b.      Ze vraagt of er nieuws is van de zusters te Brugge want haar schoonzus, tante non Silvie Castryck woont daar, en Brugge is door de Duitsers bezet sinds 14 oktober 1914.

c.       Al de “menschen” (dus ook de Duitse soldaten) mogen weldra – zo hoopt Romanie – terug naar huis.

d.      De zusters van Reninghe (Annunciaden) zijn eveneens vertrokken, maar in Reninge weet men niet of ze ook in Parijs zijn. Romanie vermoedt dat  ze daar zijn want ze vraagt of ze iets weten van tante non (zelfde orde).  De grote meerderheid was te Chevilly ( Zuid Parijs)

e   Het waren de Annunciaden van Veurne die in de rue de la Santé 67 woonden.

Romanie aan de Zusters  te Parijs ; Reninghe 31 mei 1915 ; 3 / 4

Martha, oudste dochter, schrijft aan haar broer André, die in Champlan een onderkomen gevonden heeft

Opmerkingen :

a.       Dit is de vierde zijde van de brief waarvan de onderste helft ontbreekt.

b.      Het is klaarblijkelijk het klad van een briefje dat Martha Castryck (in nog onvast handschrift) stuurde naar haar broer André Castryck en neefjes Valère en Maurice Vandewalle die nog in Champlan  zijn, in de jongenskolonie. Het is ook mogelijk dat Martha de brief doorstuurde nadat ze hem gelezen en er een kort stukje bijgevoegd had.

c.       Romanie had voor deze datum reeds twee brieven naar Parijs geschreven. De kinderen Castryck vertrokken immers uit Reninge op maandag 17 mei 15, twee weken vóór datum van deze brief.

NB : De zusters van Reninge waren na hun evacuatie een tijdje in Garches met een grote groep jongens. Maria Castryck heeft nooit verteld dat André Castryck en Oscar Geldof  in Garches zijn geweest. In Garches waren de zusters begeleid door meester Dondeyne en vrouw uit Lo. Maria Castryck vertelde wel dat de jongens te Champlan onder de hoede waren van de zusters van Zuidschote.

Bron : ALR

Martha Castryck aan André Castryck; Parijs na 31 mei 1915 ; 4 / 4

De kinderen Castryck verblijven ten zuidwesten van Parijs

Garches, Palaiseau, Champlan, Longjumeau, Rue de la Santé, Duitse stafkaart, 31 mei 1915

Juni

1915


De oorlog trekt snel diepe sporen door de dorpen

Lithografie gemaakt door Franse militair in 1916.  Ander materiaal o.a. over Reninge werd door de erfgenamen gedeponeerd in een Frans archief (onbekend).  De originele lithografie werd opgestuurd aan Frans Vanheule, burgemeester van Reninge in 1996 door de heer Y. Digo, Rue de la Fruitière, 44300 Nantes.

Reninghe ; vóór juni 1916

Maurice Vandewalle, één van de jongetjes in Frankrijk

Opmerkingen

a.       Maurice Vandewalle schreef veel vater op verso van deze foto zijn naam en  hij probeert tevens iets van zijn levensomstandigheden weer te geven : ” Boer te …..”

a.       De jongen rechts 1ste rij (met kruisje) zou Maurice Vandewalle kunnen zijn.

b.      De jongen 1ste rij vooraan links ( met wit kraagje) is mogelijks André Castryck.

c.       Jaren na de oorlog bezocht Maurice Vandewalle de melkerij van Auquainville, waar hij was als vluchteling. Komt deze foto van daar ?  Dit is onwaarschijnlijk.  De kinderen zijn te jong en zien er te berooid uit (vergelijk met latere foto’s).  Heel waarschijnlijk zijn ze zeer onlangs aangekomen, hun haar is zeer kort geknipt (ontluizing?).  Dit zou wel eens Garches kunnen zijn of La Bretèche de Champlan.

Bron : J B R

Maurice Vandewalle; ? ; 1915 ; 1 / 1

André Castryck schrijft naar huis

a.       André Castryck is klaarblijkelijk al een tijdje in Frankrijk. want hij kreeg zijn uitrusting.

b.      Palaiseau : 3 km west van Champlan (arrondissement Versailles)

Bron : RCS

André Castryck aan Camille Castryck; Champlan; 10 juni 1915

Een verhaal uit de omgeving

Karel Rommelaere (getrouwd met Emma Vermote) vluchtten in 1914 naar Oostvleteren bij de doopmeter van hun dochter Maria.  Ze woonden in de Comte de Flandre (er lag een steenbakkerij achter).  Vader Karel werkte er voor de Engelsen.  De vader Karel Rommelaere was hovenier op het kasteel Pieters.  Notaris Pieters vluchtte in 1914 en vroeg vader Rommelaere toezicht te houden op het kasteel samen met Gequiere.  Toen ze bezig waren obuskraters te effenen in de kasteelwei werd Alfons Gequiere dodelijk getroffen op 21 juni 1915.

Marie Rommelaere zag het eerste vliegtuig toen ze 4 jaar oud was.

In Oostvleteren (in de Comte de Flandre?) in de officieren mess raakte Maria Rommelaere bevriend met enkele officieren die nog vele jaren contact hielden met haar.

Het huis waar ze woonde (Peperstraat Reninge) was een herberg Sint Michiel.  Er waren nog 2 cafés in de Peperstraat in Reninge.  Haar grootmoeder was vroedvrouw.

Maria Rommelaere en Karel Merlevede kregen na de oorlog een beurs van de meest begaafden voor verdere studies.

Mondeling meegedeeld door Maria Rommelaere


Romanie en Camille schrijven naar hun kinderen, zes weken nadat ze vertrokken

Dekblad (enveloppe) van brief

Bron : MWC

Camille Castryck aan Martha Castryck; Reninghe; dinsdag 22 juni 1915 ; 1 / 2

Bron :

a.       Bijna zes weken : dus zijn de meisjes rond 15/17 mei 15 vertrokken. Er is één kaartje uit Parijs gekomen.

b.      Maria Leuridan, dochter van Charles Louis Leuridan en Lucie Demolder, kreeg nog geen brief

c.       Op maandag, 21 juni 15 vertrokken ook kinderen naar Zweden.

d.      Op zondag 20 juni 15 was er een kaartje van André Castryck uit Champlan.

e.       Metje is Octavie Bruneel, moeder van Romanie Vandewalle.

f.        “Idatje” is Ida Castryck (geb. 17 okt. 1912 is nu 2 jaar en 8 maanden oud.  Tarta is Martha, Tira is Irma.

g.      Maria Castryck is de oudste zus : 13 jaar oud.

Romanie Vandewalle aan Martha Castryck; Reninghe; dinsdag 22 juni 1915; 2 / 2

Juli

1915


Romanie en Camille schrijven nogmaals naar hun kinderen

a.       Er wordt minder geschoten, alles is in orde, we zijn voorzichtig

b.      Eerbiedwaardig man beweert dat oorlog eindigt over twee maanden.

c.       Oom en tante Vanneste  en Irma, Bertha, Martha ;
weduwe August Vanstraeselle – Clemence Derycke  huwde een derde maal met Karel Vanneste. Clemence Derycke was de zus van Remerentia Derycke, moeder van Camille Castryck.

d.      Maria Leuridan huwde later met Camiel Leuridan, broer van Florent Leuridan.

e.       Schrijven naar : metje = Octavie Rosalie Bruneel (Wdwe Constant Vandewalle)sinds kort  inwonend bij Jules Baes en Lucia(Sietje) Vandewalle, zijn vrouw en dochter van Octavie.
Tante Leonie = Vandewalle, echtegenote van Achiel Baes te Woesten
Jerome Pil , zijn vader was Julius Pil en weduwnaar in eerste huwelijk van Amelia Derycke.

      (misschien familie van Remerentia, moeder van Camille). Metje Bruneel en Ida en René Castryck
      zijn dus reeds te Stavele.Op 22 juni 1915 zijn ze nog te Reninge.      

f.        Lucie Leuridan-Demolder  kreeg brief van haar dochter Maria Leuridan,

g.      Zie briefkaart : 6 juli 1915 en 20 juli 1915 : foto –briefkaart uit Parijs
belofte ook een foto op sturen.

Romanie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck (Parijs); Reninghe; 03 juli 1915; 1 / 3

Opmerking  : Romanie heeft iets later verder geschreven met lichtere inkt. Ze had immers haar brief reeds afgesloten op 3 juli 1915. Ze vervolgde haar schrijven op 5 juli 15 ( zie 2de vervolg : Lucie Leuridan)

Romanie Vandewalle aan Martha Irma Bertha Castryck te Parijs; Reninghe; 03 juli 1915; 2 / 3

Eerste vervolg : geschreven onderaan blz. 2 van de brief, onderste boven

Transscript :

Martha, ik zend u dit geld omdat gij niet zonder geld zoudt zijn. Gij moet het niet verkwisten, gij moogt soms wel iets koopen, voor u en Irmatje en Berthatje. Maar gij moogt nooit alleen uitgaan, doet dat nooit, gij zoudt verdoold loopen en ik zou u geern al te samen wedervinden.

Tweede vervolg : op de bovenkant van blz. 1, onderste boven.

Transscript :

Lucie Leuridan heeft zondag, gisteren, de 4de, Maria’s brief ontvangen met het portret, maar wij zijn het niet eens. Papa zegt “dat is hier Martha”, ik zeg dat zij hier nader den venster staat. Papa zegt dat het Irmatje is die bij maseur staat, maar ik geloof het ook niet zeer.
 ‘k Gelove dat Berthatje daar vanonder zit. Als gij het uwe (foto) eens zendt moet gij er een kruiske boven maken. Den naasten keer zult gij ook ons portret hebben.

Opmerking :

- Maria is Maria Leuridan, dochter van Charles Louis en Lucie Demolder (deze Lucie was een vriendin van Romanie 

- Portret : waarschijnlijk betreft het de postkaart met de ganse groep op de trappen van het gesticht. ( zie de postkaart van 6 juli 15)

Derde vervolg : laatste opmerking van Romanie op de zijkant van blz. 1

Transscript

Ik zal zoohaast mogelijk een briefje verwachtende zijn.

Romanie Vandewalle aan dochter te Parijs; Reninghe; 3 en 5 juli 1915; 3 / 3

De jongere kinderen, Ida en René Castryck zijn thuisgebleven bij ouders en grootouders

Ida Castryck is geboren 17 oktober 1912

Octavie Bruneel : grootmoeder van Ida en René is geboren 15 juni 1845

René Castryck is geboren 30 november 1913

Vergelijk met foto Ida, Maria, René 1916-17

Bron : ALR

Ida Castryck, Octavie Bruneel, René Castryck; Stavele ?;  3 juli ? 1915

Beschadigde daken en aangeaarde muren

a.       Armand Bosssaerts’ hoeve in de Molenhoekstraat, recht tegenover de hoeve van Camille Castryck.  Alexander Bossaert was de derde man van Fidelia Castryck, de oudste halfzuster van Desiderius Castryck, vader van Camille Castryck.  Armand Bossaert was het derde kind van Alexander Bossaert (gehuwd met Fidelia Castryck).

b.      Let op de aanaarding rondom de kelders, bovenop nog versterkt met boomstammen, zie ook de inslag in het dak.

c.       Vergelijk met foto’s uit Deckers’ Dagboek, blz. 266,267,258

d.      Er zijn brisantinslagen op de gesloten luiken

e.       De bomen hebben blaren.

In dit huis was er ook cafe : “ de oude Reningmolen”

Hoeve Bossaert, Molenhoekstraat; Reninghe; vóór 6 juli 1915; 1 / 2

Van links naar rechts :

a.       Soldaat Charles Sticker, getrouwd met

b.      Irma Bossaert

c.       Bertha Bossaert (trouwt later met Remi Callens).

d.      Louise Vandenbussche, weduwe van Amand Bossaert (derde kind uit derde huwelijk van Fidelia Castryck, oudste halfzuster van Desiderius Castryck, vader van Camille Castryck).

e.       Palma Bossaert (trouwde met Richard Claus)

f.        Amand Bossaert stierf op 28 aug. 1914, de dochter Martha Bossaert stierf ook in 1914 ( 24 juli )

g.      Onbekend Frans soldaat op wacht met schouderdeken

h.       Désiré Bekaert, boerenknecht

i.         Militair met wandelstok (Frans officier ?)

Hoeve Bossaert, Molenhoekstraat; Reninghe; vóór 6 juli 1915; 2 / 2

Les enfants de l’Yser : Martha schrijft aan André

Martha Castryck kreeg reeds tweemaal nieuws van thuis. Ze is samen met Irma en Bertha op 17 mei 1915 vertrokken

a.       Er zitten zes kleine jongens vooraan.  Daarbij nog 132 meisjes, 6 jongetjes, 1 zuster, 2 dames (in raam)

b.      André Castryck, Valère en Maurice Vandewalle zijn in de kolonie A la Bretêche Champlan  (par Longjumau Seine et Oise)

c.       Er staat een zwart kruis boven Martha in de rechterstijl van het linkse, volledige raam.  Irma is 4de van links 1ste  staande. rij.  Bertha : zittende rij meisjes, 7e van links met wit kraagje (?).  Wit kraagje is geliefd bij de meisjes Castryck (zie ook foto 1916-17).

d.      zie 20 juli 1915 : zelfde foto.

Martha Castryck aan André, haar broer; Parijs; 6 juli 1915; 1 / 1

Foto’s van het meestershuis, Rue de la Santé, Parijs, waar de meisjes verbleven

Rue de la Santé, 67, Parijs, anno 2002

Verblijfplaats Martha, Irma, Bertha, Ida Castryck in Parijs.

Zelfde “trap” als vermeld in brieven.

Rue de la Santé, “De trap”, 6 juli 1915

Maria Castryck, oudste dochter en achtergebleven bij haar ouders en jongste broer en zusje, schrijft naar haar zusjes in Parijs

(a) 2 September : zie verder het kabalistisch cijferraadsel

Bron : ALR

Maria Castryck aan zusjes Castryck te Parijs; Reninghe; vrijdag 16 juli 1915; 1 / 4

(b) zie ook portret discussie in brief van 3 en 5 juli 1915

(c) ’t is een soldaat van het eerste : 1e Leger Divisie of 1e Regiment Artillerie van de 1e Leger Afdeling?

(d) De beloofde foto werd waarschijnlijk genomen op 27 juli 1915 door een militair.

Maria Castryck aan de zusjes Castryck te Parijs; Reninghe; 16 juli 1915; 2 / 4

Opmerking :

(e) de groeten van ons allen ook van de Brouwer

(f) Octavie Bruneel is tussen 22 juni en 3 juli 1915 vertrokken naar haar jongste dochter Sietje (Lucie) Vandewalle (echtgenote van Jules Baes) te Stavele, samen met haar twee jongste kleinkinderen Ida en René Castryck (zie ook 3 juli 1915) (tekst en foto)

Maria Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Reninghe; 16 juli 1915; 3 / 4

Dit zijn kabalistische sommen (verklaring van gebeurtenissen door middel van cijfers).

Hoe moeten we ze interpreteren ?

3741 : op de 3de dag van de 7de maand (juli) 1870 begon de Frans-Duitse oorlog tussen Keizer Napoleon (Franse Republiek) en Keizer Wilhelm I (Bismarck) van Pruisen.

Die oorlog eindigde in 1871 op de 4de dag van de 1ste maand. (januari)  (1870 + 1871 = 3741) .

Nu de som 3829 : op de 3de dag van de 8ste maand (augustus) 1914 begon deze oorlog. Volgens de kabalistische redenering moet hij dus eindigen dit jaar, 1915, op de 2de dag van de 9de maand (september).  (1914 + 1915 = 3829)

Maria Castryck aan de zusjes Castryck in Parijs; Reninghe; 16 juli 1915; 4 / 4

Dezelfde kaartjes, andere kinderen schrijven naar huis....

a.       Martha Ouvrein : zie brief 27 september 1916 : op 22 september 1916 gaan Bertha Vandewalle (dochter van August Vandewalle en 21 jaar oud, halfnicht van Martha, Irma en Bertha Castryck), Augusta en Henri Saesen, Elodie Ouvrein en Gerarda Brutsaert op bezoek in Parijs bij de meisjes in de Santé.

b.      Gerarda zal achterblijven bij de Zusters van Reninge te Chevigny ; ze zal ook André Castryck te Nanterre bezoeken (lees Chevilly, zie bijlage Parijs 31 mei 1915)

c.       Er staat een kruisje boven het hoofd van het  6de meisje van rechts, in de 3de rij bovenaan. Nog kruisjes : 2de rij onderaan  (knielend), 5de en 6de meisje links beginnend. Er zouden dus 3 meisjes Ouvrein in de rue de la Santé zijn geweest.

d.      Longuman = Long Jumeau, Champlan : er zijn minstens 2 jongens Ouvrein bij André Castryck.

e.       Wie is Arthur Boudry ? (échiquee = lees échiquier?)

f.        Martha Vanneste is hier ook (zie brief 12 dec. 15 blz. 3)

g.      zie 6 juli 15 : zelfde briefkaart.

Martha Ouvrein aan broers Ouvrein; Parijs; 20 juli 1915; 1 / 1

Zovele kinderen, ver van de IJzer…

Vergroting foto briefkaart Martha Ouvrein aan broers Ouvrein; Parijs; 20 juli 1915; bijlage 1

Rij A (46 meisjes)

Rij B (40 meisjes, 1 zuster)

Rij C (26 m.)

Rij D (24 m., 2 dames)

Rij E (21 m., 6 jongens)

A12 Martha Castryck

 

B36 Ouvrein ?

 

C26 Irma Castryck ?

D6 Ouvrein ?

E4 Bertha Castryck ?

         

D7 Ouvrein ?

 
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
Vergroting foto briefkaart Martha Ouvrein aan broers Ouvrein; Parijs; 20 juli 1915; bijlage 2

Vriendinnetjes schrijven elkaar van op verschillende plekken in Frankrijk

Opmerking :

Deze brief is heel waarschijnlijk geschreven kort na 20 juli 1915 (zie brief 3 oktober 1915) en voor 3 oktober 1915 (zie brief van 22 december 1915). Samen met de aalmoezenier vertrokken Martha Dekien, Flora Persoone, Bertha Mazereel en anderen naar St Ouen (zie ook de 2de brief van 21 december 1915 ; zie ook briefkaart zomer 1916 : foto met 49 meisjes in de rue de la Santé : een veel kleiner aantal dan de 158 kinderen op de briefkaart van 20 juli 1915).

Deze brief is waarschijnlijk geschreven bij haar aankomst in St Ouen.

Martha Dekien trouwt na de oorlog met Gaston Sticker.

Bron : MWC

Martha Dekien aan  Martha Castryck; St Ouen; na 20 juli 1915 en voor 3 okt 1915 ; 1, 2 / 2

Romanie, Camille en oudste dochter Maria op hun hofstede in Reninge, de dag voor Camille zijn arm verliest

a.       Er is een hoge, sterke zon : het is middag. Waarschijnlijk werd de foto genomen op de binnenkoer van de hoeve, voor de zuidermuur van de smidse of de stal die hoeks op het woonhuis stond.

b.      Rechts van de stenen muur is er een muur van planken (wagenkot ?)

c.       Nochtans lezen we in de aangifte van de oorlogsschade van 1919-20 dat op 10 mei 1915 de smidse, stallingen, schuur, koestal, zwijnestallen, houtkot, hennekot gebouwd op “dischgrond” afbrandden.

d.      De dochter van Maria Castryck, Alice Leuridan meent dat volgens de overlevering deze foto genomen is op 27 juli 1915, de dag vóór Camille Castryck zijn arm verloor door een obusontploffing (28 juli 1915)

e.       Dit is waarschijnlijk de beloofde foto van “thuis” : zie 16 juli 1915. In de brief van 30 juli 15 wordt er ook naar verwezen.

g    Op 28 juli 1915 verloor Camille Castryck zijn linkerarm door een obussplinter terwijl hij een koe    molk in de weide langs de Zuidschotestraat bij de hoeve Nollet (nu Vandenheede Nollet). (Deze weide werd later gebruikt door Remi Vandewalle te Leisele, later door dochter Lucrèse gehuwd met Weyne uit Merkem). Hij wordt naar het Engels-Belgisch veldhospitaal in Hoogstade gebracht, waar zijn arm geamputeerd werdt tot een stompje van ongeveer 10 cm.  Hij had zijn leven lang “spookpijnen” (geestpijn) in zijn arm

Bron : ALR

Camille Castryck, dochter Maria Castryck,  Romanie Vandewalle; Reninghe; 27 juli 1915; 1 / 1

Maria schrijft aan haar zusjes, maar rept niet over het ongeluk

  1. Waarschijnlijk gaat het over de foto die op 27 juli 1915 genomen is.  Deze foto kan onmogelijk af geweest zijn op 30 juli 1915.  Daarom kon hij dus niet verzonden worden.
  2. Dezelfde Franse artillerie is nog altijd aanwezig op de hoeve – zie ook brief van Romanie Vandewalle eind augustus 1915
  3. Opmerkelijk is dat Maria met geen woord gewag maakt over het ongeluk van haar vader, die 2 dagen eerder zijn arm verloor. 
  4. Jerome Vaneecke (Molenstraat 2) werd op 3 mei 1915 op zijn hof gedood.

Bron : MWC

 Maria Castryck (en Romanie) aan Martha, Irma en Bertha; Reninghe; 30 juli 1915; 1 / 3

  1. Het naschrift werd door Romanie Vandewalle geschreven.
  2. Moeten we  vermoeden dat Romanie aan iemand anders vroeg (de pastoor?) het slechte nieuws over Camille’s verloren arm aan de kinderen in Parijs te melden.  Of schreef ze alleen de nonnen aan in Parijs?
Maria Castryck (en Romanie) aan  Martha, Irma en Bertha; Reninghe; 30 juli 1915; 2 / 3

Romanie schrijft aan haar kinderen en zinnespeelt op de gevaren van de oorlog

  1. Brief met foto’s uit Parijs
  2. René loopt al goed (bijna twee jaar)
  3. “slapen in Henris kamer” : Henri Verbrigghe was de vroegere eigenaar van hun huidige huis. De kamer werd naar hem genoemd (zie koopakte 1 april 1913)
  4. Pannekoeken !

Opmerkingen :

Romanie bereidt haar dochters misschien voor op de ongelukstijding door te vermelden dat er koeien getroffen zijn en dat het bed van Martha doorschoten werd.  Op 28 juli werd de arm van Camille Castryck afgeschoten. Noch Maria, noch Romanie zinspelen erop. “Helse vijanden” kan erop wijzen.

Dit is de 3de bladzijde van blad schrijfpapier ; de achterkant is niet beschreven.

            Bron : MWC

Romanie Vandewalle aan haar dochters Martha, Irma en Bertha; Reninghe; 30 juli 1915; 3 / 3

Ondertussen verblijft André in Champlan en schrijft hij aan zijn oudste zus Martha

Opmerkingen :

a.       André Castryck vertrok op 17 mei 1915 vanuit Reninge naar Champlan

b.      Stempel datum : 30…1915. Waarschijnlijk 30 juli 15 of 30 juni 15 (zie origineel?). André beschrijft een toestand die nieuw is. Hij, net als de anderen heeft een soort zomeruniform gekregen.

c.       André Castryck : 3rde rij staanden ; 11de van links (naast witte vest) (getekend met kruis)

d.      Maurits Vandewalle : 2de rij knielend : 3de van links ( met wit hemd)

e.       De kaalhoofdige man is Mr. Ficher die de leiding heeft van de kolonie.

f.        De jonge man links boven is waarschijnlijk de hoofdonderwijzer Dondeyne en Mevr Dondeyne  zou dan de vierde persoon boven vanaf links kunnen zijn. Zij vergezelde de kinderen naar Parijs.(zie brief 14 aug 15)

Bron : RCS

André Castryck aan Martha Castryck ; Champlan;  30 juni of juli 1915; 1 / 1

De kinderen van de IJzer in Champlan

Rij A

Rij B

Rij C

Rij D

1

1

1

1

2

2

2

2

3

3

3 Maurice Vandewalle

3

4

4 Oscar Geldof

4

4

5

5

5

5

6

6

6

6

7

7

7

7

8

8

8

8

9

9

9

9

10

10

10

10

11

11

11

11

12

12

12

12

13

13 André Castryck

13

13

14

14

14

14

15

15

15

 

16

16

   

17

17

   

18

     

19

     
Briefkaart André Castryck aan Martha Castryck ; Champlan;  30 juni of juli 1915; bijlage

Kerk van Champlan, anno 2002

Kerk Champlan, anno lente 2002

Kerk Champlan, 30 juli 1915, bijlage

Augustus

1915


Maria schrijft nog eens naar haar zusjes

Maria Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck in Parijs; Reninghe; 10 augustus  1915; 1 / 3

Opmerking :

Er wordt weer niets geschreven over het lot van hun vader.

Maria Castryck aan haar zusjes te Parijs; Reninghe; 10 augustus 1915; 2 / 3

Ook Romanie neemt haastig de pen ter hand...

Opmerkingen :

a.       De datum is waarschijnlijk verkeerd : 10 aug. i.p.v. 10  juli : een aandachtsfout ?

b.      Romanie Vandewalle hoopt op een mirakel van Onze Lieve Vrouw (zie brief 15 aug.).  Ze vraagt om een noveen. Wil ze daarmee de genezing van Camilles arm bekomen ?  Ze schrijft helemaal niets over de feiten zelf.

c.       De vierde zijde is onbeschreven.

Romanie Vandewalle aan de dochters Castryck; Reninghe; 10 augustus 1915; 3 / 3

André schrijft zijn eerste eigen brief

a.       Tot hiertoe schreef iemand anders dan ik de brieven naar u

b.      Eten : bijna dagelijks vlees, groenten, fruit

Kleren : zomerkledij : zie briefkaart 30 juni/juli 1915, zie ook 10 juni 15
daarbij nog : klak, galochen, witte kol, rode zijden halsdoek ( zie 21 okt. 15)

c.       Speelgoed : te veel, grammofoon

Opmerkingen :

- André Castryck is 8 jaar oud .

- Champlan : bij Palaiseau, ten zuiden van Parijs, in de omgeving van  Orly nu.

André Castryck aan zijn ouders Castryck te Reninge; Champlan; 14 augustus  1915; 1 / 2

d.      “Peter” Ficher : de kinderen spreken hun weldoener(s) waarschijnlijk aan met de titel “parrain” of “marraine”. De heer Ficher vinden we terug op de foto van 30 juli 1915 .

e.       dagelijkse mis “als ‘t weer goed is” : dus zijn ze tamelijk ver weg van de kerk ( ongeveer 2 km van La Bréteche)

f.        dagindeling klas : 9.30 tot 11.20, 14.00 tot 16.00 e, 17.00 tot 18.00 : samen 5 uur

Opmerking

André, moedig voor zijn acht jaar, stuurde een foto samen met de brief (zie eind aug.15)

André Castryck aan zijn ouders Castryck te Reninge; Champlan; 14 augustus 1915; 2 / 2

Romanie schrijft een ontroerende brief naar haar man Camille die in Hoogstade herstelt van de amputatie van zijn arm

a.       Moogt ge weldra opstaan ?

b.      Zou er geen mirakel mogelijk zijn ?  zie ook brief aan meisjes van 10 aug.1915 met vraag om een noveen voor “een grote gunst”

c.       Wat betreft de kinderen, meenden we goed te handelen : twijfel, berusting

Bron : ALR

Romanie Vandewalle aan Camille Castryck; Reninghe aan Hoogstade; zo.15 aug. 1915; 1,2 / 2

Franse kanonniers verblijven op de hoeve Castryck

De linker Fransman poseert weer in zijzicht.

De tweede van links staat ook op andere foto’s (wielrijders, familie Castryck).

Een van hen heet Berthelot, hij was “cuvelier” (tonnenmaker?) en sprak Vlaams, dus afkomstig van Frans-Vlaanderen. Hij werd gewond op 20 augustus 1915 op de hoeve Castryck.

Als Berthelot ook op de foto van 10-18 september 1915 staat, dan waren zijn verwondingen eerder licht. Was hij niet terug uit het hospitaal, dan is Berthelot niet de 1ste of 2de man van links.

Er was ook een zekere Baudour en ene Gilliot.

De naam van de vierde soldaat is onbekend. (bron brief : 21 aug. 1915)

Volgens Alice Leuridan is dit wel degelijk een foto van Berthelot, Baudour, Gilliot en een vierde, allen Franse soldaten.

Bron : ALR

Foto : kanonnen hoeve Castryck; Reninghe; vóór 21 aug. 1915; 1 / 1

Romanie schrijft aan haar man in het ziekenhuis

a.       Waarschijnlijk donderdag 19 augustus 1915

b.      Mirakel : Romanie en Maria dromen of hallucineren : ze hopen dat de arm zal teruggroeien. Maria blijft zich vastklampen aan “het mirakel”

c.       Berthelot: gekwetst op 20 augustus door eigen kanon. Deze Franse soldaat staat op een foto, samen met Baudour en Gilliot en een vierde onbenoemde (zie foto einde aug. 15) Dus is die foto heel waarschijnlijk gemaakt voor deze (21 aug.) datum.

Opmerking

Let op de briefaanhef : “ Vriend “ …

Bron : ALR

Romanie Vandewalle aan Camille Castryck; Reninghe; za. 21 augustus 1915; 1 / 1

Camille schrijft terug aan zijn vrouw Romanie – in moeizame letters

Opmerking :

- Opstaan : Camille Castryck is ziek geweest (brief 21 augustus 1915) ; probeert op te staan

Bron : ALR

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle; Hoogstade; 22 augustus 1915; 1 / 4

Opmerkingen :

-          de brouwer : Frans soldaat =……Gilliot

-          de Marchand : Frans soldaat =  Lucien Baudour

-          “koks” : soldaten ingekwartierd in huis ?

Bron : ALR

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle; Hoogstade; 22 augustus 1915; 2 / 4

Opmerkingen :

-          Oogst af : de hoeve werd dus verder uitgebaat door Romanie en Maria .

-          wederschrijven naar kinderen : de kinderen in Parijs zijn nu zeker op de hoogte van de feiten. Dit is de eerste allusie. We vermoeden dat een vertrouwenspersoon (de pastoor) hen al eerder op de hoogte bracht van hun vaders verwonding.

-          August Vandewalle : halfbroer van Romanie, Camilles vrouw.

Bron : ALR

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle; Hoogstade; 22 augustus 1915: 3 / 4

Opmerkingen :

-          Honoré is Vandewalle, oudste echte broer van Romanie

-          Jules Castryck is de oudste broer van Camille

-          Louise Bossaert : woont rechtover hen op molenhoek

-          Charles (V.d) Bussche :

-          Henri Charlot : wagenmaker op molenhoek (zie akte 1904 en1910)

a.       Klaarblijkelijk gingen Romanie en Maria elke donderdag van Reninghe naar Hoogstade op bezoek, te voet :  10 km langs Oostvleteren dorp om.

b.      Camille Castryck krijgt weer moed : hij denkt aan andere mensen.

Camille Castryck aan Romanie en Maria; Hoogstade; 22 augustus 1915; 4 / 4

Romanie schrijft aan haar kinderen en nog altijd spreekt ze niet over het ongeluk

-          André schrijft om de 3 weken; hij schrijft nu zelf de brieven (zie 14 augustus)

-          thuis : schijnt erop te wijzen dat de bewoners rondom het hof nog niet gevlucht zijn

-          Engelse troepen zouden komen.

Op 14 augustus 1915 schrijft André Castryck zelf zijn eerste brief : deze brief dus van eind augustus

Romanie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Reninge; eind augustus 1915; 1 / 3

Opmerking

-          Nog altijd dezelfde Franse Batterij van 17 mei 15 (datum afreis)

-          “Veel dat ik wil bekomen” : Romanie hoopt nog altijd op het mirakel . Dit wijst erop dat deze brief geschreven is vóór 26 augustus 15, datum van de brief van de pastoor die haar tot de werkelijkheid zal terugbrengen.

-          Reis naar Parijs : klaarblijkelijk hebben de kinderen om bezoek gevraagd. Zie ook brief van 31 mei met de belofte van een spoedig bezoek.

Romanie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Reninghe; eind aug.1915; 2 / 3

Bron : ALR

Romanie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck, Parijs; Reninghe; eind aug. 1915; 3 / 3

Romanie krijgt een brief van pastoor Verschelde, die haar het lot doet onderkennen

* ondergeven is onderwerpen

* * minste geluk dat er……: deze zin is zeer onduidelijk. Waarschijnlijk  bedoelt de pastoor :  dat er in de hemel voor ons wacht.
* * * zeeren  : zweren

Bron : ALR

Pastoor Verschelde aan Romanie Vandewalle; St.Sixtus Westvleteren; 26 augustus  1915; 1 / 4

Pastoor Verschelde aan Romanie Vandewalle; Westvleteren; 26 augustus 1915; 2 / 4

* arm weder aanzetten : Romanie heeft de pastoor haar droom verteld (zie brief 21 aug.15)

* * het alternatief, de vlucht, is niet beter dan de beslissing te blijven. Misschien verwijt Romanie zichzelf dat de familie Castryck niet “op tijd” wegging van de hoeve.

Pastoor Verschelde aan Romanie Vandewalle; Westvleteren; 26 augustus 1915; 3 / 4

Gods toorn, de straffende arm : de wrekende God, de straffe Gods.

- De pastoor schreef eerst Leonie en verbeterde nadien tot : Romanie
- mijnen mildsten herderlijken zegen
Opmerking : deze brief heeft Romanie met haar beide voeten terug op de grond gebracht. Zij legt zich na de brief van Verschelde klaarblijkelijk neer bij de feiten.

Pastoor Verschelde aan Romanie Vandewalle; Westvleteren; 26 augustus 1915; 4 / 4

Lucie Vandewalle, tante van de meisjes langs moederskant, schrijft naar haar nichtjes

* daar den ongelukkigen tijd het…..


Bron : MWC

Lucie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 28 aug. 1915; 1 / 4

-          André Baes is de oudste zoon van Jules Baes X Lucie (Sietje) Vandewalle, hij is 6 jaar oud.

-          Remy Vandewalle is het 7de kind van Honoré Vandewalle X Sidonie Vandelanoote, 5jaar

-          Onkel Jules Baes , echtgenoot van Lucie Vandewalle, was ziek geweest.

-          Opmerking : De school te Stavele was dus gesloten in 1915

.

Lucie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 28 augustus 1915; 2 / 4

-          Honoré Vandewalle : oudere broer van Lucie

-          Florent Vandewalle is de oudste zoon van de oudste broer van Romanie, geb. 1892. Hij is dus 23 jaar en hij is soldaat.

-          Camille Vandewalle is de 2de zoon van de oudste halfbroer van Romanie (August Vandewalle), geb. in  1894, dus 21 jaar , soldaat en gewond (verblijft te Fécamps)

-          Martha Vandewalle, Anna en Irma, respectievelijk 13, 9 en 7 jaar oud zijn dochters van August Vandewalle, alle drie ook in Parijs.

Lucie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 28 augustus 1915; 3 / 4

-          Honoré Vandewalle : broer van Romanie Vandewalle

-          Dochters Rachel, Maria en Angèle Vandewalle, respectievelijk 10, 9 en 7 jaar oud

-          Moeder  is Rosalie Bruneel.

Lucie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 28 augustus 1915; 4 / 4

“Klasfoto” met 148 meisjes

Foto “148 meisjes” School Kolonie Rue de la Santé, 67 Parijs, eind augustus, 1915, 1 / 2

Rij A knielend (28)

Rij B

Zittend (28)

Rij C

Staf (19)

Rij D staand

(25)

Rij E staand

(22)

Rij F staand

(20)

Rij G staand

(23)

             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
             
Foto « 148 meisjes » School Kolonie Rue de la Santé, 67 Parijs, eind augustus, 1915, 2 / 2

Bespreking van de foto “ 148 meisjes “ (eind augustus 1915)

a.       Deze foto is beslist genomen vóór de aankomst van Ida Castryck (half september 1917) want Ida staat niet op de foto.

b.      Laten we even vergelijken met de (postkaart) foto geschreven op 20 juli 1915. We tellen daar ongeveer 157 meisjes, 6 jongetjes, 1 zuster, 2 dames (in het raam) = 166 personen. Die foto is waarschijnliijk genomen kort na de aankomst op 19 mei 1915. De kinderen dragen op die postkaartfoto nog geen uniform. We kunnen dus aannemen dat de “148” meisjesfoto van latere datum is dan  de postkaartfoto van 20 juli 1915.

c.        Wat pleit er nog voor een latere datum ?
– uniform : de kolonieverantwoordelijken hebben genoeg tijd gehad om zich te organiseren (budget, aankoopbesluiten, maatnemen, naaien en passen enz.) Als men er dadelijk na 20 mei  1915 aan begonnen is, dan is men ongemeen snel te werk gegaan in de veronderstelling dat de meisjes eind augustus, begin september reeds hun nieuwe uniform droegen.
– plantengroei : beide foto’s zijn genomen op een zeer zonnige dag ; de weelderige bladeren op bomen en planten wijzen op juli, augustus, september.
– evacuatie : de kinderen zijn waarschijnlijk met een minimum aan bagage vertrokken, als ze al bagage bij zich hadden. Het kwam er dus op aan zo snel mogelijk voor enige bijkomende kledij en of uniform te zorgen : dit wijst dus weer op 1915: een paar maanden na aankomst.
-  op de postkaart van 30 juli 1915 zien we dat André Castryck te Champlan reeds een zomeruniform kreeg ( foto + tekst)

d.      In de brief van “voor 3 oktober 1915” lezen we dat Martha Dekien, Bertha Mazereel en Flora Persoone abrupt  naar St Ouen vertrokken zijn ; ze konden zelfs geen afscheid nemen. En uit de lijst X, geschreven  door Martha Castryck ( 4de blz. van brief 3 oktober 1915 : “kinderen die NA ons aankwamen en die wij kennen”) weten we dat de drie zeker in de rue de la Santé aankwamen.
 Hieruit besluiten we :
(1) Na de eerste groep van 20 mei 1915 kwamen er nog kinderen aan in la Santé. Dit feit maakte de chaos nog groter. Zeker drie van genoemde groep vertrokken iets voor  3 oktober 1915 naar St Ouen.
(2) Als de redenering onder (f) “afscheidsfoto” (hierachter) juist is dan staan Martha Dekien, Bertha Mazereel en Flora Persoone NIET op deze “148 meisjes” foto, want ze kwamen  “na ons” ; ze zijn dan ook niet te vinden op lijst A  van Martha Castryck (namen notaboekje)
Weet iemand beter ?
Hoe dan ook, deze redenering brengt de datums van de beide foto’s “49” en “148” weer eens rond eind augustus 1915

e.       Een vergelijking van de twee foto’s “49” en “148” leert ons dat beide foto’s na elkaar en op juist dezelfde plaats genomen werden. De nummering van de fotograaf A.Hubert ( 2 en 6) suggereert zelfs dat er nog andere foto’s bestaan ( van andere groepen ? van Bertha Castrycks klasje hebben we geen foto in bezit : ± 14 (19) meisjes)

f.        We redeneren verder:
We zien dus 148 meisjes met in de staf 19 volwassenen; samen 167 personen.
Martha Castryck noteerde in haar notaboekje (namenlijsten) 153 namen in lijst A : meisjes die samen met haar aankwamen. In haar lijst D vernoemt ze 5 afgestorvenen (die we ook in lijst A  terugvinden)
Het lijkt er dus op dat tussen 20 mei 1915 en einde augustus 1915 vijf meisjes stierven (153 – 5 = 148). Dit is zeer geloofwaardig want door ontbering zullen wel een aantal kinderen in benarde toestand in Parijs aangekomen zijn.
Kent iemand de sterfdatums van deze meisjes ?

Foto “148 meisjes” met 19 stafleden”; Parijs; eind augustus 1915; Bijlage 1 / 2

Het gaat om de meisjes : Maria Demaeght

                                     Maria Van Becelaere

                                     Irma Vandenkerckhove

                                     Georgine Pinson        

                                      Martha Bentein

g.      Verdere argumentatie
Op 20 mei 1915 zijn er zeker ± 133 + 6 + 1 + 2 = 142 personen in la Santé ( zie b hierboven)
(ter info : op 12 december 1915 zijn er 312 kinderen in St Ouen!)
Misschien zijn die ontbrekende meisjes (148 – 132 = 16) ziek en overlijden er vijf.
In elk geval krijgen de Franse zusters een enorm infrastructureel probleem op te lossen (logement en huishouding). Het is mogelijk dat ze in dit noodgeval de eigen Franse internaatskinderen naar huis stuurden.
In de lente 2002 vertelde de huidige moeder overste mij dat er in de tuin bij de nog bestaande poort nr 67 een nu verdwenen groot oud herenhuis stond waar “de Belgen” introkken. Voor 167 mensen was het huis heel zeker te klein. De meeste kinderen sliepen dus zeker in het internaat en misschien waren er ook bedden voorzien in de klaslokalen. Dit was een toestand die opgelost moest worden voor het nieuwe schooljaar september 1915.
Eens te meer doet dit feit ons veronderstellen dat de foto “148 meisjes” een afscheidsfoto is. De groep wordt opgesplitst ( St Ouen, Sèvres, Chevilly en andere). Voor het grote afscheidnemen wordt snel nog een groepsfoto gemaakt samen met een foto van degenen die blijven.

Opmerking : Foto “148 meisjes”

1.Onderste rij knielend : 8ste van rechts naar links = Bertha Castryck

2de rij zittend : 7de van rechts naar links = Irma Castryck

3de rij zittend : de staf (zie lijst E in notaboekje van Martha Castryck) :

E.H. Doucy; Rev. Mère Marie Gertrude; Soeur M. Bonaventure, Sr M.Dominique; Sr Marie Philomène, Sr Marie Bernard; Sr Marie André; Sr Marie Vincent; Sr Marie Raphaël, Sr Marie Paula; Sr Marie Hildegarde; Sr Marie Hélène; Sr Marie Martha (12); Elisa Declerck; Anna Declerck; Maria Gykiere; Désiré Soenen en Emma; Melle Doucy; Mme Anna Declerck-Kino, Jules Kino, Aline Missi, Sr Marie Brigitte, Sr Séraphine, Sr Lutgarde (3 later toegevoegde zusters)

4de rij staande : 9de van rechts naar links : Martha Castryck

2. Kent iemand de naam van andere mensen op deze twee foto’s ?

Foto “148 meisjes met 19 stafleden; Parijs; eind augustus 1915; Bijlage 2 / 2

“Klasfoto” met 49 meisjes

Bespreking Groepsfoto 49 meisjes / 2 zusters

(a)     in een notaboekje van Martha Castryck (namenlijsten) vinden we volgende gegevens :

a.       lijst A (samen met Martha aangekomen op 20 mei 1915) : 154

b.      lijst B (nadien vetrokken uit Rue de la Santé) : 85

c.       lijst D (zij die stierven) (wanneer ? epidemie?) : 5

Er bleven dus tussen de 64 tot 69 kinderen in rue de la Santé.  Later komen er nog nieuwe kinderen bij (lijst B) o.m. Ida Castryck

(b)    jammer genoeg noteerde Martha geen datums

(c)     In de brieven van 10 oktober 1915 lezen we dat de klas van Martha Castryck 31 leerlingen telt, die van Irma 19; samen is dit 50.

(d)    Op deze foto zien we 49 leerlingen waaronder Martha en Irma (eentje ontbreekt – ziek?).  We kunnen dus zo goed als zeker stellen dat dit de klassen van Martha en Irma zijn tussen eind augustus 1915 en 10 oktober 1915.

(e)     Zuster Marie André is de lerares van Martha.

(f)      Over Bertha Castryck hebben we geen gegevens.  We mogen echter veronderstellen dat er in haar klas 14 (19) (= 64(69) – 50) jongere meisjes waren.

(g)    Nota : notaboekje van Martha Castryck met lijsten is niet opgenomen in deze uitgave.

Foto « 49 meisjes » School Kolonie Rue de la Santé, 67 Parijs, eind augustus, 1915, 1/ 2

Onderste rij

Tweede rij

Derde rij

Vierde rij

Bovenste rij

1

1

1

1

1 Martha Castryck

2

2

2

2

2

3 Irma Castryck

3

3

3

3

4

4

4

4

4

5

5

5

5

5

6

6

6

6

6

7

7

7

7

7

8

8

8

8

8

9

9

9

9

9

10

10

10

10

10

11

11

11

11

11

12

12

12

12

12

13

13

13

13

13

Foto « 49 meisjes » School Kolonie Rue de la Santé, 67 Parijs, eind augustus, 1915, 2/ 2

September

1915


Een troostende brief van Romanie aan Camille

Een roerende en troostende liefdesbrief !

Opmerking :  Romanie is tot rust gekomen na de brief van pastoor Verschelde : ze verwacht geen mirakel meer. Waarschijnlijk heeft ze erover gesproken met Camille. Ze ziet in dat het valse hoop was en meent ze dat Camille er zich zonder arm nog beter zal doorslaan.

Bron : ALR

Romanie Vandewalle aan Camille Castryck; Reninghe; eind aug. begin sept. 1915; 1 / 1

Camille schrijft aan zijn vrouw Romanie

a.       Elke donderdag krijgt Camille bezoek van Romanie

b.      Kan niet (buiten) wandelen : geen schoenen, geen broek

c.        Zal nog enige tijd duren voor hij volledig genezen is.

Opmerking : Camille spreekt Romanie aan met dezelfde aanhef : “ Mijn lieve….”

Bron : ALR

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle en Maria; Hoogstade; zo. 5 sept 1915; 1 / 3

d.      Zie ook brief Romanie van 18 sept. 1915 : alle kinderen jonger dan 15 zouden moeten vertrekken. Maria Castryck is nu 13.

e.       Camille Castryck vraagt zijn vrouw kleren mee te brengen o.a. de sloefen van zijn  vader. Die vader stierf op 8 nov. 1902. Wat een spaarzaamheid en ook piëteit.
Hij voelt zich duidelijk heel wat beter en wil naar buiten.

f.        Er zou een aalmoezenier ingekwartierd zijn bij Charles Louis Leuridan, vader van Germain, Maria, Romain, Julien. Julien was ook in de kolonie in Frankrijk.
“als Lucie gekomen heeft” : waarschijnlijk Lucie Demolder, echtgenote van Charles-Louis Leuridan.

g.      Henri Charlet en vrouw : wagenmaker; woonde ten noorden van de smidse (zie koopakten 1903,1904 en 1910)

h.       Bossaert, een familielid, woont rechtover de hoeve Castryck

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle en Maria; Hoogstade; 5 september 1915; 2 / 3

i.         Camille weet nog niet dat hij op 10 september ( vrijdag )zal ontslagen worden uit de Cleppe.

j.         Romanie en Maria bezochten trouw elke donderdag hun man en vader.

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle  en  Maria; Hoogstade; 5 september 1915; 3 / 3

n.b. : poststempels : recto : Belgïe. Legerposterijen  6 – IX -( 19)15

                               verso  : Oostvleteren                 8 – IX - 15

Opmerking :

Het keeradres is mogelijk geschreven door een Engelse verpleegster.

Camille Castryck zendt de brief aan zijn vrouw op eigen naam nl. Camille Castryck.  Waarschijnlijk bevatte deze omslag de brief van 5 september 15, hiervoor.

Bron : ALR

Camille Castryck aan Romanie Vandewalle; Hoogstade; 6 september 1915; 1 / 1

Burgerhulp

Jane De Launoy 1914 – 1918; uitgave Snoeck Gent; blz. 120; di. 7 september 1915; 1 / 1

Camille in het hospitaal de Cleppe in Hoogstaden

Op de verso van de foto staat : “Papa 42 jaren, 1915” (handschrift van Maria Castryck)

“Papa “ is Camille Castryck : onderste rij meest links in witte vest, geknield. Deze foto is genomen begin sept. 1915 in de Cleppe. Camille Castryck was in het English Belgian Military Hospital van 28 juli  tot 10 september 1915.

In zijn brief van 22 aug. 15 schrijft Camille dat hij probeert op te staan maar hij “konde mij haast niet recht houden”. Hij werd in de zaal rondgeleid. Het is dus zeker dat deze foto van latere datum is, maar van vóór 10 september 15 : zijn ontslag.

In zijn brief van 5 september 15 schrijft Camille Castryck dat hij niet kan wandelen omdat hij geen schoenen of kleren heeft. Op de foto die volop buiten en “ver” van gebouwen is genomen heeft hij schoenen en heel duidelijk zichtbaar een broek aan.

Normaal kreeg hij bezoek op donderdag 9 september.

Besluit : we kunnen deze foto dus plaatsen tussen 5 en 10 september 15.

Camille knielt vooraan naast de zittende dokter (ereplaats). Het wordt ons duidelijk dat deze foto een soort afscheidsfoto is ; Camille heeft klaarblijkelijk heel wat vrienden gemaakt in de Cleppe.

-          De zittende dokter heeft een open boekje in de hand, de verpleegster is Elisabeth Lister (zie 22 aug. 1915)

-          Let op de tent rechts.

Opmerking

Volgens het dagboek van Jules Callant (Belg. vlieger) was het mooi weer tussen 5 en 10 september 1915. De zieken konden dus naar buiten voor de foto.

Bron : ALR

Camille Castryck; Hoogstade de Cleppe ; 9 ? september 1915; 1 / 2

Zwart – wit versie van dezelfde foto.

Verpleegster : waarschijnlijk Zr. Elisabeth Lister (brief 22 aug. 1916)

Camille Castryck; Hoogstade , de Cleppe ; tussen 5 en 10 september 1915; 2 / 2

Romanie schrijft nog eens aan haar dochtertjes

Opmerking

a.       Terrain (Terryn ?) Om wie gaat het hier ? (zie ook brief 18 sept. 15 : Terrain)

b.      Er is sprake van dat Marie Castryck ook naar Frankrijk zou moeten gaan (zie ook brief C.C van 5 sept. 15, blz 2)

Bron : MWC

Romanie Vandewalle aan haar dochters in Parijs; Reninghe; za. 18 september 1915; 1 / 4

-          Metje (doopmeter)  van Irma Castryck was Leonie Vandewalle X Achiel Baes . Ze hadden een boerderij op het einde van de Molenstraat. Irma heeft hen, toen ze oud waren en in de Zwarte Straat woonden, geholpen.

-          Metje van Martha Castryck is Florence Vanstraeselle X Jules Castryck (zie brief 18 mei 1916)

-          Achiel Baes was veldwachter te Woesten. Hij was gehuwd met Leonie Vandewalle, halfzuster van Romanie. Leonie  was  heel waarschijnlijk gevlucht bij Emile Melis, te Westvleteren.

Romanie Vandewalle  aan haar dochters in Parijs; Reninghe; 18 sept. 1915; 2 / 4

Charles Louis Vanneste en zijn vrouw Clemence Derycke waren gevlucht bij Jerome Pil te Stavele, zij waren de grootoom en groottante van de meisjes Castryck.

Romanie Vandewalles voorlaatste brief aan haar dochters; Reninghe; 18 sept. 1915; 3 / 4

En ook Maria schrijft een briefje

a.       “Ons portret” voor de (voor)deur : zie foto 10(?) september 1915

b.      Foto van Maria Castryck en Bertha Bossaert voor het huis Bossaert met obussen op tafeltje.

c.       Wie is Terrein ? Of gaat het over de foto ”vóór  6 juli 15” en is Terrein misschien de militair rechts? Onwaarschijnlijk want dan zou Maria het ook hebben over de andere personages op die foto.

d.      Vader van Rachel Saesen zal op bezoek komen.

Bron : ALR

Maria Castryck aan haar zusters te Parijs, Reninghe; za. 18 september 1915; 4 / 4

Het portret aan de voordeur

Van links naar rechts :

Camille Castryck, Franse soldaat, Lucien Baudour ″ de marchand ″  Maria Castryck, Franse soldaat, ……Gilliot ″ de brouwer ″, Romanie Vandewalle.

Bron ALR

Camille, Maria, Romanie Castryck Vandewalle; Reninghe;  tussen 10 – 18 september 1915

Opmerkingen bij de foto van de familie Castryck 10-18 sept 1915

Let op de baalzak en kist op de stoep. Het is praktisch zeker dat deze foto op dezelfde dag genomen is als de foto met de fietsers en wijnschenkende Fransen. Zijn zak en kist wellicht de bagage van Camille Castryck bij zijn ontslag uit de Belgian Military Field Hospital, te Hoogstade ?

1.       Camille Castryck. Hij heeft reeds zijn arm verloren (na 28 juli 1915)
 Bij foto’s zorgde hij er altijd voor dat iemand voor zijn geamputeerde arm stond. Voor de gelegenheid heeft hij snel zijn kostuum aangetrokken maar de knopen dichtmaken met één hand viel hem duidelijk nog moeilijk. Of is het zo dat ze alledrie pas thuis aangekomen zijn op de dag van het ontslag : 10 sept. 15. Ze zijn alle drie netjes opgekleed.

2.       Frans soldaat. Er stond reeds een Franse batterij op het hof vóór het vertrek van de kinderen naar Parijs. (zie brief van  Camille Castryck late zomer 1915)

3.       Frans soldaat : weer dezelfde pose.

4.       Maria Castryck : geb. 16 augustus 1902

5.       Romanie Vandewalle geb. 1 febr. 1875, gestorven 4 oktober 1915, gewond op 2 oktober 1915 : 40 jaar oud.

Opmerking :

1.       de foto is genomen enige tijd na 28 juli 1915 (Camille verliest zijn arm maar is reeds genezen) en vóór 2 okt.1915 (Romanie gekwetst)

2.       de foto werd genomen aan de voordeur van het Castryck-huis op de Molenhoek. Er zijn blaren aan de struiken in de tuin (laat zomer 1915). Heel waarschijnlijk werd de foto gemaakt op de dag van Camilles thuiskomst. Hij werd ontslagen op 10 september 15.

Is dit de beloofde foto van de brief van 16 juli 1915 ? In de brief van 18 september 1915
       schrijft Maria Castryck dat de foto er eindelijk is, en de foto is effectief voor de voordeur

       genomen.

Familie Castryck – Vandewalle ; Reninghe; tussen 10 en 18 september 1915; 2 / 2

Soldaten aan de voordeur van de Castrycks

Hoeve Castryck, voor de voordeur van het huis.

In de deuropening zien we amper het hoofd van Maria Castryck, rechts naast haar staat haar moeder Romanie Vandewalle.

Twee Franse soldaten, Baudour en Gilliot achteraan met kleine kepi en elk een wijnfles in de hand, tracteren de zes Belgische “wielrijders” op een glas wijn. De knielende soldaat heeft  met een koord een stok geplooid om een wandelstok te maken. Let op de baalzak op het voetpad , ook te zien op de foto van Camille Castryck zonder arm.

-          De twee Franse militairen zien we ook op de foto  bij het kanon (zomer 15). Op alle fotos neemt Gilliot altijd dezelfde pose : rechterzijzicht, wegkijkend van de camera.

-          We vinden ze ook terug op de foto van Camille Castryck met afgeschoten arm en terug uit Hoogstade, dus na 10 september 1915 (ontslag uit hospitaal) en voor  2 oktober  15 (Romanie gekwetst)

-          In  haar brief van 18 sept. ’15 zegt Maria Castryck dat ze een foto stuurt “ voor de voordeur genomen” ; dit moet de foto in kwestie zijn.

Bron : ALR

Foto : Romanie Vandewalle en Maria Castryck bij soldaten; Reninghe; 10 sept. 1915; 1 / 1

Lucie Vandewalle aan de drie meisjes...

-          Lucie kreeg onlangs een brief uit Parijs van de meisjes Castryck

-          De Duitsers zullen nooit over de Ijzer komen, vertelt men

-          Groeten van ouders, Maria, Ida, Renétje. De kinderen spelen buiten : mooi weer.

-          Op de hoeve Baes zijn soldaten en koks gelegerd.

Opmerking

Sietje schrijft in opdracht van haar moeder Octavie Bruneel, die inwoont.

Bron : MWC

Lucie (Sietje) Baes – Vandewalle aan de meisjes Castryck ; Stavele; 24 sept. 1915; 1 / 3

Lucie Vandewalle  aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 24 sept. 1915; 2  / 3

Opmerking

Op de derde bladzijde van deze brief, niet beschreven door Lucie Vandewalle, staan deze zes namen van meisjes genoteerd.

De namen van 4 eerste meisjes vinden we terug op de blanco 4e pagina van de brief van 3 oktober 1915 (“kinderen die wij kenden in Parijs”).

Bron : MWC

Lucie Vandewalle  aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 24 sept. 1915; 3  / 3

Oktober

1915


Romanie schrijft nog een paar woorden vanop haar sterfbed, nadat ze geraakt werd in het hoofd door een obusshrapnel

Bron : ALR

Romanie Vandewalle aan een verpleegster of aan Maria, Hoogstade; 2 of  3 oktober 1915; 1 / 1

Grootmoeder Octavie Bruneel schrijft naar de meisjes in Parijs

Bron : MWC

Octavie Bruneel aan de meisjes Castryck in Parijs; Stavele; 3 okt. 1915; 1 / 4

Octavie Bruneel aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Stavele; 3 okt. 1915; 2 / 4

Opmerking

1.       Op 2 oktober 1915 wordt Romanie Vandewalle, de moeder van Martha, Irma en Bertha Castryck en dochter van Octavie Bruneel, dodelijk in het hoofd getroffen.
“……….uw gebeden, kinderen, zijn hoogstnodig”
Grootmoeder (metje) Bruneel durft dus niet schrijven dat Romanie dodelijk gekwetst werd, de dag voordien ( 2 okt) in Reninge en nu op sterven ligt in de Clep (Militair Belgisch Hospitaal)
Toch bereidt ze de meisjes voor op slecht nieuws : ze schrijft immers in een voorwaardelijke wijs : “ moest het zijn dat God ons beproeft en dat ge enig droevig nieuws zoudt …..”
Grootmoeder Bruneel toont zich in deze brief een delicate vrouw met een groot inlevingsvermogen.

2.       Uit deze brief weten we met zekerheid dat de familie Camille Castryck definitief gevlucht is uit de Molenhoek, waarschijnlijk op 2 oktober, dag van het groot ongeluk.

Octavie Bruneel  aan de meisjes Castryck; Stavele, 3 oktober 1915; 3 / 4

Maria Samyn; Margr. Vanhee; Margr. Glorie; Martha Dekien; Flora Persoone; E. Boudrys; Maria Merlevede van de broeken; Marg. Lynphout; Bertha Mazereel; Maria Glorie van Cyril; Martha en Maria Ballieu ; Maria en Adrienne Versavel ; Madeleine Gekiere; Augusta en Palma Marico; Martha en Maria Debulcke

Opmerking :

Op de vierde blanco bladzijde van grootmoeders brief schrijft Martha Castryck de namen van de meisjes die te Parijs, rue Santé, aankwamen toen zij er reeds was ( sinds 17 mei 1915 dus) en die zij kende van vroeger. Al deze meisjes zijn waarschijnlijk van Reninge en kwamen rond deze tijd aan in Rue de la Santé.

Bron : MWC

Octavie Bruneel aan Martha, Irma en Bertha Castryck; Stavele; 3 oktober 1915; 4 / 4

Het drama van Camille Castryck – Romanie Vandewalle (10 mei 1915 – 4 oktober 1915)

Op maandag 10 mei 1915 brandt de oude smidse  van Camille Castryck op de Molenhoek af (stallingen en smidse).  De 2e slag van Ieper was aan het doodbloeden toen.

Een week later, op 17 mei, worden 4 van de 7 kinderen Castryck samen met 150 jongens en 150 meisjes van Reninge en omliggende dorpen naar Frankrijk gebracht.  Maria Castryck (12 de oudste dochter), en Ida (3), René (2), blijven op de hoeve bij hun ouders, samen met de moeder van Romanie Vandewalle, Octavie Bruneel.  Martha (11), Irma (9) en Bertha (7) gaan naar een Hotel de Maitre, Rue de la Santé, 67 in Parijs, huis dat bij een zustersschool hoorde.  André (8) gaat naar Garches of Champlan.  De zusters Annonciaden van Veurne begeleiden de kinderen samen met het schoolhoofd van Lo, de heer Dondeyne en zijn vrouw.

Op woensdag 28 juli 1915 verliest Camille zijn linkerarm door een Duitse shrapnel terwijl hij de koeien aan het melken was op de weide die hij gebruikte nadat zijn schoonbroer Honore Vandewalle vluchtte van zijn hof in de Nieuwstraat ( Lampaert eerste hoeve rechts voorbij kabine naar de Pypegaele ). De weide paalde aan de hoeve Nollet op de Zuidschootse steenweg ( eerste hoeve links voorbij het Abeelhof. Het feit dat hij daar getroffen werd heeft zo goed als zeker zijn leven gered, daar hij zich maar op een paar honderd meter bevond van de hulppost ABEELHOF waar hij onmiddellijk de noodzakelijke eerste hulp kreeg. Hij werd naar het English Belgian Military Hospital (de Cleppe) te Hoogstrade overgebracht.

Grootmoeder Octavie Bruneel (weduwe Constant Vandewalle) en de twee jongste kinderen Ida en René gaan kort daarna inwonen bij haar jongste dochter Lucie Vandewalle (x Jules Baes) in Stavele.  Romanie blijft nu samen met Maria alleen achter op de hoeve.  Elke donderdag gaan ze beiden te voet naar Camille Castryck in de Cleppe. Tussendoor schrijft Romanie elke week ook nog een brief naar haar man.

Op vrijdag 10 sept 1915 wordt Camille Castryck ontslagen uit het hospitaal.  Voor verder herstel gaat hij naar Jules Baes te Stavele, maar algauw komt hij naar Reninge bij zijn vrouw en dochter.  De familie is van plan er te blijven tot in het najaar om wat rest van de hoeve te bewerken en te beheren zo goed als het gaat, en de oogst die er nog  staat te redden . Er werd toen nog veel gespeculeerd op een spoedig einde van de oorlog.

Op zaterdag 2 oktober in de late namiddag zit Camille Castryck samen met nog andere buren bij de barbier Dizen Bekaert die woonde aan de Molenhoekstraat bij Butstraen’s (huis Gaston Dekeirel later).  Plots kwamen er enkele inslagen bij de Molenhoek.  Algauw reed er een Franse ziekenwagen voorbij.  Ongerust ging Camille naar huis, met een half geschoren baard.  Daar vertelden Franse soldaten hem dat zijn vrouw door een stuk shrapnel in het hoofd geraakt was terwijl ze in de koeienstal aan het melken was. ( Het was telkens dezelfde koe die Camille en Romanie molken, de koe bleef telkens ongedeerd). Romanie bleef blijkbaar gedeeltelijk bij bewustzijn tot ze, blind en halfverlamd, stierf op 4 oktober 1915.  Ze werd te Stavele begraven.  Haar graf verdween eind de jaren zeventig, zonder de familie te verwittigen, nochtans had André Wyckaert het kort voordien nog schoongemaakt.

Romanie had altijd gezegd : “ons Heer zal ons nu wel sparen, we hebben ons part gehad”


Een brief van Renilde Caeyzele aan haar zus, waarin ze ondermeer schrijft over de dood van Romanie

Opmerking :

Dit is een poging om de brief leesbaarder te maken

- Renilde Caeyzeele X Remi Frère waren met hun kinderen in Le Havre.  Zij schrijft naar haar zuster Irma Caeyzeele X  Aloïs Butstraen ( + ).  Aloïs Butstraen werd dodelijk getroffen op de hoeve in de Molenhoekstraat, de 2de mei 1915.

Bron : R.C.S.

Renilde Caeyzeele aan Irma Caeyzeele; Le Havre; na 4 oktober 1915; 1 / 4

Opmerking

1.       Toestand kasteel : zie foto april 1916 : licht beschadigd

2.       De kerk was reeds vernield op 15 maart 1915

-          Huis Tahon : hoek Peperstraat naast pastorij

-          “Ons huis” = huis Frère : Zwarte straat 19

-          Renilde schijnt dus beter op de hoogte van de toestand te Reninge dan haar zuster Irma en andere zusters en vader. Deze laatsten zijn dus niet meer in Reninge.

-          Debaene woonde in de Zwarte straat nr 16, schuin tegenover Frères huis.

Renilde Caeyzeele aan Irma, haar zus; Le Havre; na 4 oktober 1915; 2 / 4

 “patatten rapen” : dochter Demoor werd rond 2 oktober 1915 verwond.

Opmerking :

Deze brief is zeker na 4 oktober 15 geschreven : dood van Romanie Vandewalle

Renilde Frère – Caeyzeele aan haar zuster Irma; Le Havre; na 4 oktober 1915; 3 / 4

St. Adresse Le Havre : het Belgisch gouvernement bevindt zich in St Adresse. Vluchtelingen krijgen er bijstand.

Opmerking :

Zie ook brief 27 september 1916 (Henri Butstraen)

Renilde Caeyzeele aan Irma Butstraen – Caeyzeele;  Le Havre; na 4 oktober 1915; 4 / 4

 
Commentaar op de brief van Renilde Caeyzele uit  Le Havre

Dit is een brief van Renilde Caeyzeele uit Reninge. Ze was gehuwd met Remi Frère. Voor 1914 woonden zij in de Zwarte straat nr.19.  Ze vluchtte met drie kinderen naar Le Havre. (bron : Roger Lampaert)

Bladzijde 1

-          Zusters en v(ader ?) Caeyzeele zijn nog in Reninge of toch ergens dichtbij.

-          Een van de zusters heet Irma ; onlangs nog schreef ze en voegde ze een foto van zichzelf en haar zoontje André en een jonger kleintje bij.
Opm. Irma Caeyzeele was in 14 gehuwd met Aloïs Butstraen ( meded. R. Lampaert)

-          Zowel in Le Havre als in Reninge zijn de verhoudingen met de Franse militairen niet te best.

-          Renilde spreekt niet over haar man Remi Frère; leeft hij nog, is hij soldaat, bleef hij achter in Reninge ?

Bladzijde 2

-          Renilde verontschuldigt nadien toch de Fransen “want ze zien zelf toch ook af.”

-          Renilde vraagt of men nog zoveel schiet, “staat ‘t kasteel er nog, de pastorie ?”

-          Tahonhuis, hoek Peperstraat naast pastorij : geen schade.

-          Debaene (Baene), Zwarte straat 16) poogde tussen te komen bij de afbraak van ons huis (is huis  Remi Frère)

-          Opnieuw allusie op moeilijke relatie met de Fransen.

Bladzijde  3

-          Renilde kreeg brief van iemand die Reninge goed kent (omstandigheden dood Romanie Vandewalle, dochter Demoor licht gewond (Eugenie of Julie)

-          Dorp is vol loopgraven (zie luchtfoto Reninge : 191  )

-          Onze lieve moeder : Renilde gebruikt de  voltooide tijd “uitgestaan hebben”. Waarschijnlijk is haar eigen moeder onlangs gestorven.

-          Het huis Maurice Patteel (hoek Lostraat en Zwarte straat) is opgeblazen.

Bladzijde 4

-          De mensen van Reninge vinden dat men beter vlucht tot de oorlog voorbij is

-          Belgische school geopend in Le Havre ( kinderen Joseph en René Frère leren al Frans;
Kleine Germain spreekt Frans met meisje dat bij hen eet.)

-          Een zekere Maria uit Reninge vluchtte zonder bagage.

-          Renilde ging met haar jongste zoon, Germaintje naar St Adresse om hulpgoederen.

-          Renilde ontving een brief van Julia, gevlucht naar Fribourg, Zwitserland.

-          Irma kent in haar omgeving een Jeanne, die onlangs ziek was.

Opmerking :

Nergens vernoemt Renilde Caeyzeele haar man Remi Frère.  Was hij gemobiliseerd of bleef hij alleen achter in Reninge. Dit laatste is onwaarschijnlijk want Renilde zou eerder naar haar man schrijven dan naar haar zuster Irma.

Renilde Caeyzeele aan Irma Caeyzeele-Butstraen; Le Havre; ma.4 oktober 1915; bijlage.

André schrijft aan zijn ouders, onwetend nog over de dood van zijn moeder

Opmerking

André Castryck gebruikt een zichtkaart uit Champlan waar hij voordien was. Hij vermeldt zijn nieuw adres, dus is hij pas aangekomen. Hij vernoemt de dood van zijn moeder Romanie niet. De aanhef is “Lieve ouders”. Hij is dus nog niet op de hoogte van de dood van zijn moeder.

Nanterre: west van Parijs (zie kaart mei 1915)

Bron : RCS

André Castryck aan Camille Castryck (via Jules Baes); Nanterre; 21 oktober 1915; 1,2 / 2

André is verhuisd naar Nanterre

Foto genomen in late zomer : bloemen en blaren aan de struiken

-          André Castryck : jongen  boven rechter trapkolom

-          Kozijn Valère Vandewalle, 3de boven André, langs trapleuning

-          Kozijn Maurice Vandewalle:………….

-          Het handschrift van André Castryck is nog onvast. Hij hield deze kaart als souvenir. De foto werd genomen kort na de aankomst in Nanterre. De jongens hebben een nieuw zomeruniform : foulard enz. (zie brief 14 aug. 15)

-           Op 22 juni 15 is André Castryck in Champlan.

Opmerking

Mr. Hampein : in brief “Oeuvres des Enfants des Flandres” van 24 augustus 1917 vernoemt Mevr. Royal – Tyler de senator Empain ( als zaakgelastigde).  Empain kwam waarschijnlijk naar Nanterre.

André Castryck ; niet verzonden kaart; Nanterre; rond 21 oktober 1915; 1 / 1

 

Nanterre ; rond 21 oktober 1915;1 / 1

Groepsfoto in Nanterre

Opmerking

Op 14 augustus is André Castryck zeker in Champlan, op 21 oktober 15 in Nanterre (pas aangekomen)

Groepsfoto “Soldaatjes”  (recto); Nanterre; rond 21 oktober 1915; 1 / 4

Dit is de originele foto (verso)  waarvan naderhand de postkaart gemaakt werd.

Opmerking

In brief van 14 aug. 1915 heeft André het over een rode zijden halsdoek en klak; op de recto zijde zien we beide.

Het is volop zomer  : blaren aan de struiken en hoge zon ( geen lange schaduw)

Groepsfoto “Soldaatjes” (verso); Nanterre; rond 21 oktober 1915; 2 / 4

Colonie “Les Enfants de l’Yser”  rue de Cherbourg 19 Nanterre

Van de grote foto  van Soullier werd nadien een postkaart gemaakt.

De jongens ontvingen een soort militair uniform. Vergelijk met de postkaart te Champlon (zie 24 dec. 1915)

Postkaart “Soldaatjes” (zie grote foto); Nanterre; rond 21 okt. 1915; 1 / 1

Opmerking : er staan 61 jongens op de foto, de verso zijde van de originele heeft het over  68 jongens.

Groepsfoto “Soldaatjes”; Nanterre; rond 21 oktober 1915; 3 / 4

A

1

 

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

 
 

7

Maurice Vandewalle

8

 

9

 

B

1

Valère Vandewalle

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

 
 

7

 

8

 

9

 

C

1

 

2

Oscar Geldof

3

 
 

4

Albert Louwagie

5

 

6

 
 

7

André Castryck

8

Cyriel Colpaert

9

 

D

1

 

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

 
 

7

 

8

 

9

 
 

10

 

11

     

E

1

 

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

Mr Empain

 

7

Royall Tyler of Empain

8

 

9

 
 

10

 

11

     

F

1

 

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

 
 

7

Sylvère Louwagie

8

 

9

Valère Louwagie

 

10

 

11

     

G

1

 

2

 

3

 
 

4

 

5

 

6

 
 

7

 

8

 

9

 
Groepsfoto “Soldaatjes”; Nanterre; rond 21 oktober 1915; 4 / 4

Pastoor Verschelde schrijft naar Camille

Opmerking

-          Camille Castryck heeft verscheidene missen gevraagd aan de pastoor (waarschijnlijk  de  9 – weken missen na de begrafenis van Romanie : een traditie van die tijd).  Misschien was de pastoor te Stavele op bezoek ; wou er wellicht andere parochianen ontmoeten ?

-          “Als ze bij haar verstand was is ze als een heilige het eeuwig leven ingegaan…….” ??

_    Romanie was bij haar verstand !

Bron : ALR

Pastoor Verschelde aan Camille Castryck; St. Sixtus eind okt. 1915; 1 / 3

a.       De pastoor zag ook Maria Castryck, was dus in Stavele op bezoek.

b.      “Gehoord dat er 4 van uwe kinderen……” : dit wijst erop dat de kinderen nog niet zo lang voordien vertrokken, wat ons versterkt in het vermoeden dat de brief geschreven is in de loop van okt. 1915, iets na de dood van Romanie.

c.       Camille Castryck stuurde 6 biljetten van ……..fr. i.p.v. 5, zoals afgesproken. Voor één “briefje” draagt de pastoor 2 missen op. Dit wijst opnieuw in de richting van de 9-weken missen na de begrafenis.

Pastoor Verschelde aan Camille Castryck; St. Sixtus; eind oktober 1915(?); 2 / 3

Opmerking

Pastoor Verschelde vertrok iets voor 22 januari van St. Sixtus Westvleteren naar Watou.

Pastoor Verschelde aan Camille Castryck; Watou of St Sixtus; eind oktober 1915: 3 / 3

Enkele recente foto’s van het Parijse huis van vluchtelingen

La Valadière was het huis waar de vluchtelingen kinderen te Garches gehuisvest waren.

In 1915 gelegen in Rue de la Plaine.

Foto’s anno 2002

Garches, La Valadière, oktober 1915

December

1915


Leonie Vandewalle schrijft naar Parijs, en vermeldt de dood van Romanie aan haar nichtjes

a.       “uwen brief” : de brief van Martha Castryck

b.      Martha, Irma en Bertha “amuseren” zich

c.       Bid  voor mama Romanie Vandewalle : halfzuster van Leonie, vrouw van Achiel Baes

Bron : MWC

Leonie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha; Woesten; 12 december 1915; 1 / 4

d.      Achiel Baes, veldwachter te Woesten en zijn vrouw Leonie Vandewalle zijn weggetrokken uit Woesten dorpsplein en wonen nu in bij Emiel Vandevoorde ook te Woesten

e.       Ze wonen en leven “comme à la guerre “ tussen de Franse soldaten.

f.        Daar zijn ze buiten “het geschot” van de Duitse kanonnen.

Leonie Vandewalle aan haar nichtjes Castryck in Parijs; Woesten; 12 dec 1915; 2 / 4

g.      Op woensdag 8 december 1915 werden de kerk en de huizen errond platgeschoten.

h.       Zoals de kerk van Reninge op 10 maart 1915

i.         Martha Vanneste  kent de brouwerij van de burgemeester van Woesten (“nietwaar”) dus is zij ook in de rue de la Santé (zie briefkaart 20 juli 15)

j.         Oom Achiel ,veldwachter, werkt nu samen met de Rijkswacht (vrijgeleiden)

Opmerking

Op woensdag 8 december 1915 werden de kerk en het dorp van Woesten vernield.

Leonie Vandewalle aan Martha, Irma, Bertha; Woesten; zo. 12 dec.1915; 3 / 4

k.       Hoop op einde van de oorlog in de lente van 1916

Leonie Vandewalle  aan haar nichtjes in Parijs; Woesten; zond. 12 dec. 1915; 4 / 4

Een vriendinnetje uit St.Ouen schrijft

Opmerking

-          Groeten aan “Maria” : dit moet Marie Castryck zijn

-          Bezoek van “St.Niklaas” : niet St. Maarten

-          Kalepinje : klein notaboekje

-          vruchde : vreugde

-          M.Dekien woonde op de Oostvleterse steenweg, als kind woonde ze op de molenhoek.

Bron : MWC

M.Dekien aan Martha, Irma en Bertha Castryck; St Ouen; 22 december 1915;1 / 4

- Vermaken = spelen

- dag indeling : opstaan, wassen, mis, communie, eten, bed maken, speeltijd, les, speeltijd, les, middagmaal, les, vieruurtje, spel, les, souper, spel, avondgebed en slapen

M.Dekien aan de zusters Castryck; St Ouen; 22 december 1915; 2 / 4

-vijs = vis

M.Dekien aan Martha, Irma, Bertha; St Ouen; 22 december 1915; 3 / 4

- De meisjes Dekien moesten geen poetswerk doen gedurende de eerste maanden na hun verhuis uit Rue de la Santé.  Nu  moeten ze wassen en poetsen.

-          Ook hier geldt de regel dat de kinderen eens om de 3 weken mogen schrijven.

-          Er zijn 312 kinderen in St Ouen (juist noord van Parijs)

-          Groeten aan Maria Leuridan, die dus ook nog in rue de la Santé is; ( dochter van Charles Louis Leuridan en Lucie Demolder).

M.Dekien aan de zusters Castryck; St. Ouen; 22 december 1915; 4 / 4

Een hartverscheurend kaartje van een bedroefde André

Bron : MWC

André Castryck aan Martha,Irma en Bertha Castryck; Nanterre; 24 december 1915; 1 / 1

Tante Florence schrijft naar haar nichtjes

Florence Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Proven; 28 december 1915; 1 / 3

Opmerking : Florence Castryck is de doopmeter van Martha Castryck.

Florence Castryck aan de zusters Castryck in Parijs; Proven; 28 december 1915: 2,3 / 3

Nichtje Maria stuurt nieuwjaarswensen naar Parijs

Opmerking

Maria Castryck : waarschijnlijk 3de kind van Jules Castryck X Florence Vanstraessele (°1900) en nicht van de drie meisjes Castryck in Parijs.

Maria Castryck aan haar nichten in Parijs; Proven; 28 december 1915; 1 / 2

Maria Castryck aan Martha, Irma, Bertha Castryck; Proven; 28 december 1915; 2 / 2

De geschiedschrijving….

Annalen, Colonie : rue de la Santé, 67, Paris; Paris; 1915; 1 / 1